Akkerbouw
Algemeen
Dieren
Economie
Markten
Mechanisatie
Milieu
Politiek
Tuinbouw
Veehouderij
Voeding
Inloggen
 
 
 
Klik hier om u te registreren en te abonneren
(72,60 euro per jaar)
 
Wachtwoord vergeten
Volgend artikelVolgend Artikel

 27 sep 2020 20:09 

Verhoogde klimaatdoelstellingen van de EC


Vraag om uitleg over de verhoogde klimaatdoelstellingen van de Europese Commissie
van Bruno Tobback aan minister Zuhal Demir

Vraag om uitleg over de Europese CO2-doelstellingen voor 2030 en de gevolgen voor Vlaanderen
van Sam Van Rooy aan minister Zuhal Demir

Vraag om uitleg over de impact van de Europese klimaatdoelstellingen op de klimaatdoelstellingen van de Vlaamse Regering
van Jos D'Haese aan minister Zuhal Demir

Bruno Tobback (sp·a)

– Wegens de coronamaatregelen werden deze vragen om uitleg via videoconferentie behandeld.

Minister, ik heb mijn vraag ingediend naar aanleiding van de verklaring van de Europese commissie in haar ‘State of the Union’ dat ze van plan is om de klimaatdoelstellingen in 2020 een stuk strakker te maken en de ambitie wat hoger te leggen. In concreto gaat het over een vermindering van de uitstoot op Europees niveau met minstens 55 procent tegen 2030.

De Europese Commissie heeft die conclusies getrokken op basis van een vrij grondige impactstudie die gemaakt werd naar aanleiding van de voorstelling van de Green Deal, waarbij niet alleen de mogelijke instrumenten werden geëvalueerd, maar van al die verschillende instrumenten ook de klimaatresultaten en de sociaal-economische impact.

Op basis van die analyse en op basis van die studie komt de commissie ten eerste tot de vaststelling dat er, om onze klimaatdoelstellingen te halen – de ambitie om de temperatuurstijging tot 2 graden te beperken – een grotere inspanning nodig is. Een tweede conclusie is dat die grotere inspanning perfect kan passen in een relancebeleid post corona, in een beleid dat inzet op het creëren van jobs en op economische transitie in de verschillende industriële sectoren.

Het lijkt me dus logisch dat ook Vlaanderen, dat precies dezelfde noden heeft op het vlak van transitie in een aantal industriële sectoren, van het creëren van jobs en van het bieden van een relance na de coronacrisis, die hopelijk op een zeker moment toch zal eindigen – zich daar perfect in zou kunnen vinden en mee op die trein zou stappen.

De Vlaamse Regering heeft zich tot nu toe altijd vrij duidelijk verzet tegen verregaande klimaatambities zoals de commissie die formuleert. Niet alleen is dat volgens mij en volgens sp.a een gemiste kans, in principe vanwege de potentiële mogelijkheden en voordelen die eraan vasthangen, maar het lijkt er bovendien op dat we daarmee echt achter de feiten aanhollen. Als de Europese Commissie en de Europese Raad namelijk verder zullen gaan en daar ook middelen tegenover zullen stellen, dan is de sterkte van onze eigen plannen, zoals u net in het antwoord op de vorige vraag hebt gezegd, de kracht van onze eigen ambities, voor een stuk bepalend voor hoeveel middelen we zelf naar hier kunnen halen uit die Europese financiering.

Ik dacht dus dat het een goed moment was om daar toch nog eens de discussie over te heropenen.

Minister, kent en onderschrijft u die Europese impactstudies?

Als het Europese ambitieniveau verhoogt tot 55 procent reductie, wat betekent dat dan voor de Vlaamse doelstellingen? Hoeveel moet daarbij? Hoever lopen we daarmee achter?

Welke bijkomende maatregelen zijn er mogelijk volgens de Vlaamse Regering? Welke worden er overwogen om dat gat dicht te rijden?

We hebben hier al een paar keer over gediscussieerd. Zou het niet nuttig zijn dat de Vlaamse Regering, zoals de Europese Commissie en ook landen als Nederland, ook eens een grondigere impactstudie laat maken, niet alleen van de opportuniteiten en kansen maar eveneens van de mogelijke nadelen en risico’s, de problemen die opgelost moeten worden, wanneer we gaan voor een ambitieuzer klimaatbeleid? Er is ooit de suggestie gedaan – ik dacht dat daar ook een vrij grote consensus over bestond – om de Vlaamse klimaatresolutie aan het Planbureau voor te leggen. Als het Planbureau dat niet wil, zoek dan een andere instelling die dat kan en wil doen, desnoods de kwalitatief hoge, verstandige Vlaamse universiteiten. Maar zou het niet nuttig zijn dat we eenzelfde oefening ook op Vlaams niveau uitvoeren? 

De voorzitter

De heer Van Rooy heeft het woord.

Sam Van Rooy (Vlaams Belang)

Ook wij hadden – helaas – zien aankomen dat de EU, die als nieuwe religie de klimaathysterie belijdt, natuurlijk steeds verder gaat. Op 16 september zei de nieuwe commissievoorzitter, von der Leyen, inderdaad dat de gezamenlijke uitstoot van de EU tegen 2030 – dat is al over minder dan tien jaar – met 55 procent moet worden verminderd in plaats van de 40 procent die bepaald was. Uiterlijk in juni 2021 zal de commissie alle relevante beleidsinstrumenten evalueren en, indien nodig, voorstellen om ze te herzien, teneinde de extra emissiereducties voor 2030 te realiseren.

Tijdens het Overlegcomité van 18 december 2019 bereikten de verschillende regeringen van België een akkoord om in het Nationaal Energie- en Klimaatplan (NEKP) vast te leggen dat België de uitstoot van broeikasgassen over minder dan tien jaar met 35 procent moet doen dalen. In uw Vlaams Klimaat- en Energieplan, minister Demir, is er geland op een daling van 32,6 procent. U hebt gezegd dat u rekent op de inzet op technologische ontwikkelingen om dat gat tussen de 32,6 procent en de beoogde 35 procent te dichten.

Die reeds enige tijd aangekondigde verhoging van de EU van de emissiereducties dreigt dus heel wat roet in het eten te gooien, denk ik, toch wat uw doelstellingen betreft. U liet in 2019 namelijk – terecht – optekenen dat onhaalbare doelstellingen boven op de huidige doelstellingen gooien geen optie is. U voegde daaraan toe: “Europa mag blijven dromen, ik blijf in de realiteit.” Daar sta ik op zich uiteraard achter. Alleen is mijn realiteit nog net iets realistischer dan de uwe, maar ik vond het wel een goed citaat.

Ik vraag mij ook af hoe u daar nu dus tegenover staat. U stelde terecht vragen bij de impact op de Vlaamse economie en het kostenplaatje van een beslissing van de EU om die emissiereducties nog te verhogen. Zolang u geen antwoord zou hebben op het kostenplaatje en de impact op de Vlaamse economie, zou u de doelstelling van 35 procent voor België en voor Vlaanderen blijven handhaven. In het licht van die nieuwe EU-doelstelling tot min 55 procent heb ik dan ook de volgende vragen.

Wat is uw reactie op de verhoogde emissiereducties van de EU? Staat u nog steeds achter uw uitspraken van december vorig jaar, die ik net heb geciteerd? Indien ja, wat zult u doen om te verhinderen dat Vlaanderen gedwongen wordt door de EU om die hogere emissiereductie te implementeren?

Is reeds bekend met hoeveel procent België en Vlaanderen hun uitstoot zullen moeten verminderen om tegemoet te komen aan die verhoogde reductie-eis van de Europese Commissie?

Is er reeds duidelijkheid omtrent de concrete maatregelen die Vlaanderen zou moeten nemen om dit cijfer te halen? Indien ja, om welke maatregelen gaat het?

Hebt u reeds duidelijkheid verkregen omtrent dat kostenplaatje voor Vlaanderen van een verhoging van de emissiereductie naar 55 procent? Indien ja, hoeveel zal een dergelijke verhoging ons kosten en welke impact kan worden verwacht op de Vlaamse economie? Indien dit nog niet bekend is, plant u dit te laten becijferen, en zo ja, tegen wanneer?

Bent u van oordeel dat die technologische ontwikkelingen Vlaanderen in staat zullen stellen om ook de verstrengde doelstellingen van de EU, namelijk die min 55 procent tegen 2030, te halen? Indien ja, op welke technologische ontwikkelingen rekent u dan precies?

Wat betekent het nieuwe voorstel van de Europese Commissie van die min 55 procent voor het Belgische Nationaal Energie- en Klimaatplan (NEKP)? Welke zijn hiervoor de procedures?

De voorzitter

De heer D’Haese heeft het woord.

Jos D'Haese (PVDA)

Uiteraard had ik ook een vraag over die Europese ambities om van 40 naar 55 procent emissiereductie tegen 2030 te gaan. Er is een impactassessment voor geweest waaruit blijkt dat dat ook perfect mogelijk is, perfect haalbaar is. Het is belangrijk om daarbij te noteren dat zelfs die 55 procent in feite niet voldoende is, dat de wetenschap al zegt dat we 60 of meer reductie nodig hebben tegen 2030. Maar goed, het is toch al een pak meer ambitie dan er hier de laatste tijd wordt getoond. Dat hebben we echt wel nodig om de klimaatopwarming af te remmen en ervoor te zorgen dat de planeet leefbaar blijft voor iedereen.

Dus 55 procent reductie in de EU tegen 2030: dat zou willen zeggen dat Vlaanderen om en bij de 48 procent zou moeten reduceren, tegenover 45 procent nu. Dan lijkt het mij duidelijk dat er een heel snelle aanpassing nodig is van het Vlaamse klimaatplan. We weten allemaal dat die huidige maatregelen zelfs niet volstonden om die 35 procent effectief te halen, noch die lagere doelstelling, 32,7 procent – of wat was het?

Het is dus duidelijk dat er nood is aan ambitieuze doelen, aan ambitieus beleid. Ik hoop echt, minister, dat u niet gaat wachten op de onderhandelingen voor intra-Belgische lastenverdeling enzovoort om in actie te schieten. 2030 is niet zo ver meer. Dat is misschien het enige waar collega Van Rooy en ik het over eens zijn. Het is dus duidelijk dat er nu echt actie nodig is.

Ik heb daarom twee heel eenvoudige vragen.

Wat vindt u van die aangescherpte ambities van de Europese Commissie? 

Bent u bereid om de doelstelling voor de emissiereductie van het Vlaams Energie-en Klimaatplan (VEKP) effectief aan te passen? Welke maatregelen zult u nemen om de nieuwe doelstellingen te realiseren? Want u moet toch al iets in het hoofd hebben?

De voorzitter

Minister Demir heeft het woord.

Minister Zuhal Demir

Dank u, collega’s. Collega Steenwegen had ook nog een extra vraag, maar we zullen dat dan toevoegen aan het verslag.

Wij hebben samen met jullie allemaal zicht kunnen hebben op wat de Europese Commissie gepubliceerd heeft vorige week donderdag: het voorstel om de Europese broeikasreductie tegen 2030 te verhogen naar minstens 55 procent. Dit voorstel ging ook  gepaard met een uitgebreide impactassessment van in totaal 370 pagina’s. Voor alle duidelijkheid: die impactassessment die ze mee hebben overgemaakt, is vooral de impact op Europees niveau. Wij zijn dat nu aan het bekijken, wat die 370 pagina’s inhouden, maar ik zou graag een aantal cruciale aanmerkingen willen maken aangaande die impactassessment, voor zover we die tot nu toe hebben kunnen bekijken.

Eerst en vooral ontbreekt er een gedetailleerde impactanalyse op lidstaatniveau, terwijl ik denk dat dat een heel cruciaal element is. Wat is de impact voor Vlaanderen? Dat weten we op dit moment niet, dat ontbreekt eraan. Dat is wel cruciaal om dan vervolgens een standpunt in te nemen aangaande het voorstel van de Europese Commissie. Dit heeft natuurlijk ook te maken met de verdere uitwerking van hoe ze die min 55 procentdoelstelling gerealiseerd zien, maar zonder duidelijkheid wat de impact is voor België. In het bijzonder voor Vlaanderen is het heel moeilijk om nu al te zeggen of we daarmee akkoord gaan. Dat is eigenlijk een blanco cheque tekenen.

Daarnaast is ook de evaluatie van de bijkomende inspanning van andere handelsblokken slechts zeer summier in kaart gebracht. Er is geen duidelijkheid over de impact van een verhoogde Europese klimaatdoelstelling op de globale emissies, noch op de ambities van andere handelsblokken of -stromen. Er is ook een risico dat we op een eenzame hoogte zullen blijven met het Europese ambitieniveau. Het is dus wel belangrijk dat men dit ook bekijkt in een globaal kader.

Het gebruik van internationale flexibiliteit komt heel erg kort aan bod, laat staan dat er ook garanties worden geboden om internationale kredieten te kunnen gebruiken na 2020. Dat is ook zeer onduidelijk.

Daarnaast lijkt de Europese Commissie ook erg veel te verwachten van een zeer brede introductie van de koolstofprijs, bijvoorbeeld door een uitbreiding van het ETS-systeem (emissions trading scheme) te overwegen naar de gebouwensector en de transportsector. Dat kan natuurlijk ook een impact hebben op de energiefactuur van burgers en bedrijven.

De bedragen die genoemd worden in de impactassessment om de verhoogde doelstelling te realiseren lopen ook op tot honderden miljarden euro’s. Op basis van de afspraken en voorwaarden die we in het regeerakkoord hebben gemaakt en ook in het Klimaatplan, dat nog geen jaar geleden ondertekend is, en van het feit dat we ook nog geen inzage hebben in wat het nu eigenlijk voor België betekent en in het bijzonder voor Vlaanderen, kan ik op dit moment niet zeggen of ik dit ga ondersteunen.

Maar goed, we zullen in de komende dagen en weken ook onze interne analyse voortzetten. Die is volop bezig. Waar nodig gaan we ook uitleg vragen aan de Europese Commissie. Ik hoop dat we op die manier ook snel tot een duidelijk standpunt komen binnen Vlaanderen en België over dit dossier, zodat we voldoende kunnen wegen op het debat op Europees niveau.

Ik weet natuurlijk ook niet hoe dat verdeeld gaat worden. Is dat per lidstaat? Of gaat men het vooral halen in bijvoorbeeld landen die vandaag een doelstelling hebben van 0 procent – ik denk bijvoorbeeld aan Bulgarije, of Roemenië, dat een doelstelling heeft van 2 procent, of Hongarije en Polen, die een doelstelling van 7 procent hebben? Dat is ook voor ons op dit moment helemaal niet duidelijk. Ik denk dat dat van een beleidsmens wel wordt verwacht vooraleer men zegt dat men het allemaal geweldig vindt, dat men moet weten wat de impact op Vlaanderen is. Dat ontbreekt vandaag dus.

Verschillende vragen handelen ook over de impact van de eventuele opstap van het Europese ambitieniveau op de Vlaamse klimaatdoelstellingen en het Vlaamse Klimaatbeleid. Het is inderdaad cruciaal om de impact voor Vlaanderen te kunnen inschatten. Helaas is dit ons niet duidelijk op basis van de documenten die de Europese Commissie vorige week heeft gepubliceerd.

Zoals daarnet gezegd, vind ik het zeer belangrijk dat er een specifieke effectbeoordeling is op het niveau van de lidstaten. De Europese Commissie geeft immers aan dat de impact per lidstaat afhankelijk zal zijn van de verdere uitwerking van de ambitieverhoging. Maar hoe zal het ETS-systeem worden aangepast en op welke manier zullen de bijkomende inspanningen tussen de lidstaten verdeeld worden? Dat is erg onduidelijk in de voorstellen van vorige week. Zo wordt onder meer de piste voorgesteld waarbij de broeikasgasemissies van de gebouwen- en transportsector onder een Europees emissiehandelssysteem zouden vallen. Dit zou volgens de Commissie kunnen betekenen dat de lidstaatspecifieke klimaatdoelstellingen voor sectoren die niet onder de ETS vallen, zouden ophouden te bestaan. Maar dit zijn dus zeker zaken waar we eerst nog grondig over moeten discussiëren binnen de Europese Raad en met het Europees Parlement.

De Commissie meldt alvast wel dat de impact per lidstaat in kaart gebracht zal worden bij verdere werkzaamheden en dat ook verdelingskwesties, zoals de veilingopbrengsten, hierbij in overweging genomen zullen worden. Wij wachten daar dus op.

Er wordt door verschillende collega’s ook gepolst naar bijkomende concrete beleidsmaatregelen voor Vlaanderen naar aanleiding van wat de Europese Commissie heeft meegedeeld. Voor alle duidelijkheid: dat lijkt mij te voorbarig. Eerst moeten we nog afwachten hoe de discussie over deze ambitieverhoging verder evolueert en wat de impact zal zijn voor de Vlaamse reductiedoelstelling. Wat betekent dit? Wat gaat dit kosten? Zonder dat we dat weten, denk ik niet dat wij dit blanco tekenen. Dat is de logica zelve. Eerst daar dus duidelijkheid over.

Uiteraard hoop ik dat de technologische innovaties ons ook in staat zullen stellen om de broeikasgasemissies verder te reduceren. Ik denk bijvoorbeeld aan het beheer van het energiegebruik in gebouwen via digitalisering, het emissievrije wagenpark en innovatieve projecten in Vlaanderen.

De vierde vraag van collega Tobback was of het niet nuttig zou zijn om naar het voorbeeld van de Europese Commissie, maar ook landen als Nederland, een grondige impactstudie te laten maken. Dat is inderdaad ook wat ik eerder zei over een uitvoering van een grondige impact- en kostenstudie in Vlaanderen.

Op de eerste plaats wil ik hier herhalen dat het onze verwachting was dat de Europese Commissie een gedetailleerde effectbeoordeling op lidstaatniveau ging uitwerken. Dat kan men verwachten wanneer men een impactassessment aankondigt.

Mogelijk krijgen we echter bij de verdere uitwerking van deze doelstelling een gedetailleerde inschatting per lidstaat. Dat is althans wat de Commissie ons vorige week liet verstaan.

Daarnaast zijn er in Vlaanderen al berekeningen gemaakt om de impact per sector in te schatten. Zo werd in het Vlaams Energie- en Klimaatplan een investeringskost geraamd voor de residentiële bouwsector tussen 15 en 23 miljard euro voor de periode 2021-2030. Voor de transportsector gaat het om bijkomende investeringskosten tussen 13 en 16 miljard euro tegen 2030. Voor alle duidelijkheid: dit zijn de kosten van ons huidig Vlaams Energie- en Klimaatplan.

Collega's, ik hoop dat mijn antwoord duidelijk is. Jullie moeten begrijpen dat het, zonder een impactanalyse voor de lidstaat zelf, heel moeilijk is om daarover uitspraken te doen. Bovendien zal dit dossier ook nog op de tafel van de regering moeten komen.

Bruno Tobback (sp·a)

Minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik vind de invalshoek van uw antwoord een beetje jammer – en dan druk ik het zacht uit. Dat de Europese Commissie dat niet op lidstaatniveau heeft gedaan, maar het blijkbaar nog zal doen, is een terechte opmerking. Aan de andere kant lijkt het mij toch wel vrij logisch dat de Vlaamse Regering, na ettelijke jaren – ondertussen stilaan een paar decennia – klimaatbeleid, klimaatongerustheid en duidelijke wetenschappelijke bewijzen voor het klimaatprobleem, zelf lang voor de Europese Commissie uit zou moeten zijn gelopen en zelf in staat zou moeten zijn om daarvan een impactstudie te maken. Het is jammer dat dat altijd maar gebeurt met de nodige weerstand en de nodige voorzichtigheid en met het beeld – dat komt toch heel naar voren in uw antwoord – dat het klimaatbeleid iets is wat ons van boven wordt opgelegd, wat van buitenaf komt, terwijl dat klimaatbeleid in wezen toch niets anders is dan, ten eerste, een gezamenlijke verantwoordelijkheid die we allemaal hebben, die alle voorbije Vlaamse regeringen, ook deze, altijd hebben onderschreven, die we hebben en die we willen nemen, maar bovendien ook een domein waaraan niet alleen maar risico’s en kosten vastzitten, maar evengoed het aspect van wat het zal opbrengen aan jobs en investeringen. Ik heb u dat geen enkele keer horen zeggen. Ik hoor alleen maar: wat zal het kosten? Terwijl een beetje vooruitziend beleid, een beetje ambitieus beleid, kansen en mogelijkheden zou kunnen bieden. Dat had bijvoorbeeld kunnen vermijden dat die vele miljarden euro's voor residentiële woningen de voorbije maanden door het boomen van de prijzen in de zakken van de verkopers waren verdwenen. In de plaats daarvan hadden we die, met verstandig beleid, kunnen gebruiken om zelf een deel van die renovatiekosten te dragen of te laten dragen, op een verantwoorde manier.

Minister, ik wil er nog eens op aan dringen dat we in Vlaanderen stoppen met te doen alsof dit een last is. Dit is een opportuniteit. Je kunt daar jaren en dagen tegen blijven vechten en dan eindig je zoals de Duitse auto-industrie, die inzake elektrische wagens ondertussen van de markt wordt geveegd door anderen die veel sneller hebben geïnvesteerd, terwijl ze hebben gevochten om te blijven en te houden wat ze hebben. Ik vind dat heel jammer. Het is een gemiste kans. Ik dring er nog eens op aan: maak die studies, maak die ambitieuze plannen en kijk wat het ons kan opbrengen, want dat is veel.

De voorzitter

De heer Van Rooy heeft het woord.

Sam Van Rooy (Vlaams Belang)

Minister Demir, ik dank u voor uw antwoorden. Ik begrijp uiteraard dat er nog heel wat onduidelijk is. Hoewel ik van de heer D’Haese – als ik het cijfer goed heb opgeschreven en gehoord – heb gehoord dat het van 35 procent reductie naar 48 procent zou stijgen voor België/Vlaanderen. Ik weet niet waar hij dat cijfer vandaan heeft, maar dat zou natuurlijk best wel eens kunnen. Want we moeten ervan uitgaan dat een verhoging van die reductie voor de EU ook een verhoging voor België en dus voor Vlaanderen tot gevolg heeft en dat wij dus niet buiten schot zullen blijven.

Minister Demir, mijn zeer heldere vraag aan u is dan ook: waarom zegt u nu niet onmiddellijk dat u zich verzet tegen nog maar eens een verhoging van die doelstelling? U worstelt daarmee, zoals de heer Tobback terecht opmerkt. U zit daar en vindt dat het heel lastig en moeilijk is. En dat is het natuurlijk ook. Het is van bovenaf opgelegd door de EU. Wij zijn een soort van marionetten voor die klimaatreligie, die Green Deal, die Europese Unie die van bovenaf steeds maar verder holt. En ik begrijp u, minister Demir. Ik zou echt niet graag op uw stoel zitten, op uw plaats, op dit beleidsdomein. Want dat is – hoe zal ik het zeggen? – continu frustrerend. Ik zou u uit uw lijden willen verlossen, door gewoon te zeggen aan de Europese Unie – en natuurlijk ook aan de Belgische regering die op komst is, Vivaldi of niet –: “Het water staat ons in Vlaanderen aan de lippen.” En dan heb ik het natuurlijk niet over die verschrikkelijke overstromingsscenario's waarmee voortdurend wordt uitgepakt, maar dan heb ik het over de kostprijs voor de mensen, voor de gezinnen, voor deze Vlaamse Regering.

Minister Demir, zeg nu toch eens: ‘Genoeg is genoeg. Ik heb het al moeilijk om die 35 procent te halen, dus ik zal daar niet nog eens X aantal procenten bij doen.’ Sla met uw vuist op tafel en gebruik de woorden die u voordien hebt gebruikt. U hebt de Green Deal een ‘Mean Deal’ genoemd. Dat vond ik klare en goede taal. Denk daaraan terug, toen u die drive had, want die is op dit moment echt wel nodig tegen de Europese Unie.

De voorzitter

De heer D’Haese heeft het woord.

Jos D'Haese (PVDA)

Minister, ik dank u voor uw antwoord.

Mijnheer Van Rooy, als ik met het Vlaams Belang over klimaat spreek, gaat het altijd over hysterie, religie enzovoort. Ik ben geen voorstander van die Green Deal die Europa vandaag voorstelt. Ik ben geen voorstander van die taks, van emissiehandel in alle delen van de maatschappij.

Maar ik vraag me toch af of u onlangs nog naar het nieuws hebt gekeken, mijnheer van Rooy? Klimaatverandering bedreigt vandaag onze Vlaamse cultuur, mijnheer Van Rooy. Bier en frieten, die zou ú toch moeten verdedigen, mijnheer Van Rooy? Bier en frieten. Met de huidige voorspellingen zijn er tegen 2050 35 procent minder patatten voor de frieten en is er 10 tot 40 procent minder bier in Vlaanderen. U zou gewoon met heel het Vlaams Belang op de barricades moeten kruipen om meer actie voor het klimaat te vragen. Dát zou u moeten doen. Maar neen, jullie willen altijd alles maar tegenhouden. Jullie vinden zelfs dat onze minister zich moet verzetten tegen doelstellingen die in feite nog niet volstaan om onze aardbol effectief te redden.

Jullie zijn overal bezig over de ‘cancel culture’, maar de Vlaamse cultuur, die willen jullie blijkbaar zelf uitroeien door ieder klimaatbeleid onmogelijk te maken. En ik weet, mijnheer Van Rooy, dat dat moeilijk is. Maar kijk nu eens een klein beetje verder dan uw neus lang is. Deze zomer, mijnheer Van Rooy, zijn er in onze woonzorgcentra 1500 mensen, 1500 ouderen, overleden door de hitte. Dat gebeurde niet twintig jaar geleden, mijnheer Van Rooy, maar dat gebeurt nu wel.

Uw grote vriend Donald Trump slaagt er niet in om de bosbranden in zijn eigen land, de branden die ieder jaar hoger en groter worden, onder controle te krijgen. De grootste ecosystemen in de wereld staan in brand. Mensen slaan op de vlucht, mijnheer Van Rooy. Maar liever dan ervoor te zorgen dat ze kunnen blijven waar ze zijn opgegroeid, gaat u hier betogen dat ze niet tot hier mogen komen.

Klimaatbeleid is niet iets wat ons kapot maakt, het is iets wat kansen biedt. We gaan naar een van de grootste crisissen van de afgelopen honderd jaar. En dan is de vraag natuurlijk hoe we daarmee omgaan. Klimaatbeleid geeft de fantastische kans, die minister Demir absoluut niet inziet, om daar iets aan te doen: om te investeren in openbaar vervoer, te investeren in hernieuwbare energie, te investeren in goede woningen, te investeren in duurzame vormen van mobiliteit. En dat zou ons ten goede kunnen komen, maar jullie willen blijkbaar liever dat alles kapotgaat.

Minister Demir, het is wat nieuw voor mij, die moderne technologie. Ik zie en hoor u wel – u ons blijkbaar niet altijd –, maar ik begrijp er niets van. Ik begrijp er niets van. U hebt vorig jaar een plan opgesteld, een klimaatplan zonder enige ambitie. Daarover was zowat iedereen, behalve uw regering, het eens: ver onder wat er nodig is om onze eerlijke bijdrage te leveren aan de strijd tegen de klimaatverandering.

En als we vroegen om toch een beetje meer te doen, om toch een beetje voortrekker te zijn, dan was het antwoord altijd: ‘Ja, maar onze buurlanden doen niet mee. We gaan toch niet boven onze buurlanden, we gaan toch niet meer doen dan de rest?’ En nu er een akkoord is om met heel Europa een beetje harder aan de kar te trekken – nog niet hard genoeg, maar toch al harder –, wat zegt u dan? ‘Ja maar nee, en de landen buiten Europa en de rest van de wereld? We gaan alleen op een eenzame hoogte staan.’ Zie nu eens in dat het mee in uw handen ligt hoe onze planeet en ons land er de komende honderd jaar zullen uitzien.  In plaats van al die verdedigingsmechanismen op te trekken en te zeggen dat het nog niet genoeg is doorgerekend enzovoort, neem eens die kansen aan en ga nu eens voor een echt klimaatbeleid. Zo kunt u ervoor zorgen dat u tegen uw kinderen en kleinkinderen zult kunnen zeggen: ‘Ik heb ervoor gezorgd dat deze planeet meer leefbaar is geworden.’ Doe dát in plaats van u achter alles en iedereen te verschuilen.

2030, minister Demir, dat is niet de volgende eeuw ofzo; dat is binnen tien jaar. En we kunnen zeggen dat dít nog moet worden onderzocht en ook nog dát, en dáár onderhandeld, en gínder gekeken. Maar sla nu eens de hand aan de ploeg. Begin eraan. Zorg ervoor dat we ons klimaatbeleid op de rails krijgen, dat we de klimaatverandering kunnen tegenhouden en dat we vooruit raken.

En corona geeft alleen maar nóg meer redenen om daaraan te beginnen. We hebben nood aan massale publieke investeringen in transport, in energie enzovoort. Het is tijd om eraan te beginnen. Dat ambitieuze klimaatbeleid is de beste motor om dat te versnellen.

De voorzitter

De heer Danen heeft het woord.

Johan Danen (Groen)

Minister, ik stel me soms de vraag welke landen wij gidslanden vinden. Er wordt soms naar Nederland gekeken, soms naar Duitsland. Maar ik stel vast dat landen die het heel erg goed doen, op economisch vlak maar ook op het vlak van welvaart, net landen zijn die heel ambitieus zijn op het vlak van klimaat en energie. Minister, ik wil u vragen om daar een voorbeeld aan te nemen, ten minste op die vlakken waar ze het goed doen. Want in die landen is een goed energie- en klimaatbeleid net een bron van welvaart en van jobs. En hier doet u uitschijnen alsof een goed klimaatbeleid een bron van miserie is. Het tegendeel is waar. Ik ben ervan overtuigd, en vele wetenschappers met mij, dat we net veel kunnen winnen bij een heel goed klimaatbeleid, ook op economisch vlak. Dat moeten we dus zeker doen.

U kunt zich nu afvragen: hoe komt dat dan? Ik hoor u soms zeggen dat het betaalbaar en haalbaar moet zijn. Uw voorganger zei dat nog veel vaker dan u dat doet. Hoe komt dat dan? Ik denk dat u inschat dat het draagvlak voor een sterk klimaatbeleid onvoldoende groot is in Vlaanderen. Wel, dat zou kunnen. Maar ik denk dat het net de kernkwaliteit is van een goed bestuurder of van een leider of leidster om het draagvlak te creëren voor zaken die maatschappelijk belangrijk zijn. Minister, ik wil u echt vragen om dat te doen, om op te komen voor een sterk klimaatbeleid en dat ook te vuur en te zwaard te verdedigen.

De voorzitter

De heer Bothuyne heeft het woord.

Robrecht Bothuyne (CD&V)

Minister, collega’s, ik geef een paar korte reacties.

Mijnheer Danen, u daagt de minister uit om te vuur en te zwaard te gaan. Dat lijkt mij een risico dat u niet wilt nemen, collega.

Collega’s van de PVDA, ik begrijp jullie enerzijds en anderzijds ook niet. Collega D’Haese, u vraagt om een ambitieus klimaatbeleid, maar zegt tegelijk dat u het helemaal oneens bent met alles waar de Green Deal voor staat, dat u tegen de emissierechtenhandel bent, en dat u eigenlijk ook tegen alles bent waarvoor experten inzake klimaatbeleid pleiten. En zo heft u uzelf en uw standpunt grotendeels op. 

Collega van het Vlaams Belang, ik heb een fundamenteel probleem met de manier waarop u over onszelf spreekt. Want wij zíjn de Europese Unie, collega Van Rooy, wij zijn de Europese Unie en bepalen samen met de andere Europese lidstaten het beleid dat daarrond wordt gevoerd. 

Minister, zo kom ik bij een bijkomende vraag. Ik heb u niet negatief horen zijn over de Green Deal, integendeel. Maar we moeten inderdaad wel stapsgewijs werken. Er is een impactassessment van 370 bladzijden, die op dit moment wordt bestudeerd. Ik hoop dat u daarover contact hebt met de Waalse en Brusselse collega's. Het lijkt mij op dit moment niet zo evident om op federaal niveau grote standpunten te gaan bespreken. Laat ons hopen dat dat binnenkort verandert.

Maar het zou goed zijn, als Vlaanderen, Wallonië en Brussel wel snel op één lijn komen om te kunnen reageren op die Europese voorstellen. Op één lijn komen betekent ook effectief een standpunt, liefst een positief en proactief standpunt, te kunnen innemen ten aanzien van een aantal cruciale discussies die op ons afkomen. Want alleen als we eensgezind zijn in ons land, kunnen we zwaar wegen op Europees niveau.

Mijn vraag is welke stappen u al gezet hebt of plant om te komen tot een eensgezind standpunt.

De voorzitter

De heer Gryffroy heeft het woord.

Andries Gryffroy (N-VA)

Het zal u waarschijnlijk niet verrassen dat ik ook nog even wil tussenkomen in dezen. Ik heb een aantal opmerkingen op basis van wat ik gehoord en gelezen heb. Het eerste wat ik wil zeggen, is dat ik het toch wel bijzonder straf vind dat de vragen om uitleg ten laatste ingediend moesten zijn op donderdag 17 september en dat de impactassessment verschenen is op 17 september. Met andere woorden: gefeliciteerd aan de vraagstellers om deze impactassessment van 141 pagina’s op een paar uur tijd te lezen en om te kunnen komen tot de gepaste conclusies.

Ik zal de conclusies voor jullie maken, want ik heb ondertussen een week extra gehad om dit te lezen. Er vallen mij een aantal zaken op. Ten eerste: bij een impactassessment maakt men een vergelijking tussen datgene wat er bijvoorbeeld nu gevraagd wordt en datgene waar men in de toekomst naartoe wil. Wat was er nu gevraagd? Een vermindering met 40 procent ten opzichte van 1990 tegen 2030. Wat staat er heel duidelijk en letterlijk in dat impactassessment? Dat de onderzoekers geen politiek mandaat gekregen hebben om een impactassessment te doen voor een reductie die lager lag dan 50 procent. Hun opdracht was een impactassessment te maken voor een reductie liggende tussen 50 en 55 procent. De ENVI-commissie in het Europees Parlement heeft toen besloten graag te komen tot 65 procent en zelfs tot klimaatneutraliteit voor elke lidstaat tegen 2050. De Europese Commissie heeft dan in haar State of the Union gesproken over minstens 55 procent. Met andere woorden: het assessment dat gemaakt werd, gaat over 50 tot 55 procent. Men heeft inderdaad wel rekening gehouden met covid. Het woord ‘covid’ staat 88 keer in de tekst van 141 pagina’s. Je merkt dat covid vooral gebruikt wordt om de pil te verzachten, als ik het zo mag uitdrukken. Want op pagina 80 staat een grafiek waarin men duidelijk aangeeft wat de daling is van het Gross Domestic Product (GDP) door covid. Dan zie je dat er tot 2030, mocht er geen covid geweest zijn, een stijging was van het GDP van 100 naar 135. Dat zou nu net onder de 130 eindigen. Men voorziet dus een daling, zelfs tegen 2030, van het GDP, dat dus anders zogenaamd een positieve invloed zou kunnen hebben.

Dan kom ik tot een aantal basisopmerkingen. Ten eerste: het is inderdaad een gemiste kans dat we dit assessment niet op lidstaatniveau hebben, maar enkel op Europees niveau. Dan vraag ik me het volgende af. We hebben in het regeerakkoord heel duidelijk afgesproken dat we een bottom-upaanpak willen. In de tekst wordt op twee plaatsen gesproken over regionale scoreborden. Daar heb ik op zich geen probleem mee, tenzij Europa daar straks mee bedoelt dat het de regio’s op basis van een regionaal scorebord zal straffen, ook al mochten de regio’s zelf niet bepalen wat hun score zou moeten kunnen zijn. Als men dan in Europa vertrekt vanuit de ‘one size fits all’-visie, dan moet u mij eens proberen uit te leggen hoe een eenduidig getal, opgelegd vanuit Europa maar niet gebaseerd op een assessment – want dat zit slechts tussen 50 en 55 procent – opgelegd kan worden aan al die verschillende lidstaten.

We hebben het inderdaad gehad over allerhande stokken en wat we daarmee doen. In het regeerakkoord staat heel duidelijk: wij zijn verantwoordelijk voor 10 procent en Vlaanderen voor nog veel meer. Dan kan men inderdaad zeggen dat Vlaanderen moet demarreren, zoals in de Tour de France, en 20 tot 25 minuten voorsprong moet nemen, om ‘s anderendaags doodop te zijn en uit de koers te moeten stappen. Of gaan we gewoon de koploper zijn in het peloton? Ik denk dat dat misschien eerder verstandig kan zijn.

We hebben ook altijd gezegd dat het afhangt van de internationale flexibiliteit. We hebben vooral ook altijd gezegd dat het kostenefficiënt moet zijn.

Als ik dan hetzelfde document bekijk – ik kan het eventueel doorsturen naar diegenen die het nog niet gelezen zouden hebben maar er toch vragen over hebben…

De voorzitter

Kunt u stilaan afronden?

Andries Gryffroy (N-VA)

… dan moet ik vaststellen dat het woord ‘euro’ in die 141 pagina’s slechts één keer voorkomt. Met andere woorden: men heeft een impactassessment gemaakt op basis van trends, op basis van procenten inzake wat men zou moeten doen voor hernieuwbare energie, wat men zou moeten doen voor energie-efficiëntie, wat men zou moeten doen inzake ethisch en non-ethisch enzovoort. Maar men heeft daar nooit ofte nooit een kost tegenover gezet. Ik denk dat dat nu net de belangrijkste parameter is die hierin zou moeten worden opgenomen. Ik moet dus vaststellen dat het politiek assessment niet berekend is voor minstens 55 procent en dat de kostenefficiëntie zelfs niet eens berekend werd.

De voorzitter

Mijnheer Gryffroy, u moet het niet persoonlijk opvatten, maar in principe hebt u twee minuten voor aanvullende vragen. Ik heb u vijf minuten aan het woord gelaten, maar ik heb eigenlijk geen vraag gehoord. Het staat iedereen vrij te zeggen wat hij wil, maar ik zou toch graag hebben dat er een beetje respect is voor de collega’s die allemaal zitten te luisteren, om de bijkomende vragen te laten aansluiten bij de vragen om uitleg en om geen speech van vijf minuten te houden.

De heer Pieters heeft het woord.

Leo Pieters (Vlaams Belang)

Ik wil even tussenkomen over de impact. Ik steun collega Van Rooy volledig. Over impact gesproken: wij zullen hier in Vlaanderen altijd frieten eten en altijd bier drinken. Alleen: als we zo verder gaan, zal er dan nog een landbouwer zijn die hier aardappelen wil planten? Zal er nog een groot bedrijf zijn dat hier bier wil maken? Het zal dus wel elders gemaakt worden. Dan vraag ik aan collega D’Haese: als de PVDA toch zo opkomt voor de werkman, wat doet u daar dan aan?

De voorzitter

Minister Demir heeft het woord.

Minister Zuhal Demir

Dat zijn allemaal zeer goede vragen, ook onderling aan elkaar. Ik noteer dat een deel van de commissie zegt dat ik mee aan die kar moet trekken en dat wij ook de doelstelling van een vermindering van 55 procent moeten halen, zonder eigenlijk te weten wat de impact is voor onze lidstaat. Dat is de ene groep. De andere groep zegt dat die vermindering van 35 procent al veel te veel is en dat ik nu dus al tegen Europa moet zeggen: stop, we willen niets meer. Ik denk dat ik toch probeer om rekening te houden met het feit dat we in Vlaanderen leven, wat niet te vergelijken is met Nederland of Duitsland. Vlaanderen is klein en we zitten met veel te veel activiteiten, of het nu gaat over landbouwindustrie of andere activiteiten, op een veel te kleine plek met een grote bevolking. Daar moet rekening mee gehouden worden als men zegt veel meer te willen doen dan nu gebeurt. Daarom blijft mijn positie: wij bestuderen vandaag wat Europa aan ons heeft overgemaakt, met een open geest. Ik denk dat het heel normaal is dat een minister dat zegt, vooraleer zich tot iets te verbinden, want dan is het natuurlijk ook boter bij de vis. Ik zal dat dus niet doen. Ik wil dat eerst grondig bestuderen en ook eerst bespreken binnen de regering wat de positie van Vlaanderen hierin zal zijn.

Ten slotte de zeer specifieke vraag van collega Bothuyne: wanneer en hoe zal het standpunt op Belgisch niveau bepaald worden? Maandag komt de directie-generaal Europese Zaken en Coördinatie (DGE) samen ter voorbereiding van de informele Europese Raad in Berlijn van eind deze maand. Maandag zal de Belgische positie over dit dossier besproken worden. Ik zal hierover wellicht vrijdag kort van gedachten wisselen binnen de Vlaamse Regering. Maar first things first. We hebben een klimaatplan en we moeten dat nu realiseren op het terrein, vooraleer allerlei andere beloftes te maken. We hebben in het verleden gezien hoe moeilijk dat gaat. Laten we nu zo snel mogelijk aan de slag gaan en ondertussen uiteraard de Europese studies bekijken en analyseren.

Collega’s kunnen misschien betreuren dat ik dat doe, maar ik denk wel dat de mensen op straat dat van een minister verwachten. Wat is de impact? Hoeveel zal het mij kosten? Hoeveel zal het opleveren? Ik denk dat het niet meer dan normaal is dat wij dat op dit moment doen met het kabinet en met de administratie.

Bruno Tobback (sp·a)

Minister, ik ben blij dat ik in uw laatste tussenkomst de term ‘openingen’ heb gehoord. De vraag die ik gesteld heb, was niet: ga zonder meer mee met 55 procent reductie, teken dat maar en onderzoek het niet. Mijn vraag was: onderzoek het, bekijk het, leg het goed uit, maar wel met een positieve ingesteldheid, met een duidelijke ambitie en met een gevoel voor verantwoordelijkheid. Dit is geen kermiskoers, ondanks wat sommigen er van blijken te maken. Dit is een vrij bepalend issue en een vrij bepalend probleem voor deze en voor de volgende generatie. Ik denk dat we daarin heel duidelijk moeten zijn, dat we daar niet alleen onze verantwoordelijkheid moeten nemen maar dat we ook objectief en nuchter onze kansen moeten grijpen en de gevaren die er hoe dan ook zijn, moeten aanpakken.

We kunnen wel altijd aardappelen eten en we kunnen hopen dat er altijd boeren zullen zijn die die aardappelen willen verbouwen, maar wanneer het zo is dat het, wegens de problemen die we nu al zien inzake droogte en onaangepaste grond, niet meer mogelijk is om die aardappelen te telen, collega Pieters, dan zal er inderdaad geen enkele Vlaamse boer meer zijn die ze nog plant. Dan zullen we ze inderdaad god weet waar moeten kopen, waarschijnlijk duurder. Ik zou liever hebben dat we dan een alternatief hebben voor diegenen die zich moeten aanpassen, dat we dan geïnvesteerd hebben in mogelijkheden waardoor mensen inderdaad een job hebben, een toekomst hebben en iets waarin ze kunnen geloven in de toekomst, voor de toekomst, en voor de eigen kinderen, in plaats van zich nog zo lang mogelijk vast te klampen aan iets waarvan we nu al moeten weten dat het niet houdbaar is.

Dat is beleid voeren, dat is verantwoordelijkheid nemen, dat is een toekomst bieden aan mensen. Dat is de verantwoordelijkheid van de Vlaamse Regering, minister. Alleen maar blijven zitten en wachten tot de schoolmeester van Europa komt zeggen wat moet en dan zo weinig mogelijk doen, dat is volgens mij geen gezond beleid.

De voorzitter

De heer Van Rooy heeft het woord.

Sam Van Rooy (Vlaams Belang)

Voorzitter, het leek er even op dat ik op de stoel van de minister zat, want de heer D’Haese had het steeds over ‘de heer Van Rooy dit, de heer Van Rooy dat, de heer Van Rooy zus en de heer Van Rooy zo’ – daar komt dan heel veel emo bij kijken – ‘ik weet niet of de heer Van Rooy wel naar het nieuws kijkt’ enzovoort. Klimaatverandering zou onze frieten en ons bier bedreigen. Anderzijds: ik ben een wijndrinker. Door de klimaatverandering wordt er hier nu blijkbaar steeds meer wijn verbouwd. Elk nadeel heeft zijn voordeel, zou ik durven zeggen. Landen die nog wel wat droger zijn dan het onze, Israël bijvoorbeeld, leren ons bovendien dat er voor elk probleem een oplossing is, want ook daar worden aardappelen geteeld.

Die hysterie is dus absoluut nergens voor nodig. De technologie zal ons redden. De mens past zich ook al zo lang als hij bestaat aan het klimaat aan. Het klimaat verandert ook al zo lang als de mens en ook de aarde bestaat. Dus nogmaals: deze nieuwe religie, daar zult u mij niet van overtuigen, noch zult u mij tot alarmkreten daarover verleiden, zelfs niet door een filmpje – dat is misschien nog een idee voor op uw Facebookpagina, mijnheer D’Haese – waarin de heer Van Rooy zegt het niet erg te vinden dat er bosbranden zijn of dat er doden vallen door hoge temperaturen. Dat klinkt allemaal zeer populistisch voor een deel van uw achterban, waarschijnlijk. Maar niets is minder waar. Wij hebben allemaal oplossingen voor dat soort problemen, die er overigens ook altijd zijn geweest. Maar een oplossing ligt alleszins niet in het geloven dat wij het klimaat kunnen sturen in de door ons gewenste richting, louter door het fanatiek terugdringen van de CO2-uitstoot. Dat is totale waanzin. Die waanzin zal ons nergens brengen, tenzij natuurlijk aan het bankroet, want dat zal ons de komende jaren – minister Demir heeft een aantal cijfers genoemd – vele miljarden en miljarden euro’s kosten die natuurlijk ook grotendeels door de burger zullen moeten worden opgehoest. Dat mag u, mijnheer D’Haese, dan aan uw kiezers gaan uitleggen. Het klimaatplan dat voor Vlaanderen berekend is, zal een jaarlijkse kostprijs van tussen 5 en de 7 miljard euro hebben.

Dat zal vooral worden opgehoest door bedrijven, maar ook individuele huishoudens. Dat bedrag zal natuurlijk nog gaan verhogen als de Vlaamse Regering zich opnieuw moet plooien naar de dictaten van de Europese Unie, want dat is het natuurlijk, dat zijn dictaten.

Neen, mijnheer Bothuyne, wij zijn de EU niet, wij zijn burgers in Vlaanderen, in België, en wij gaan hier kiezen voor politici die wij kennen. Dat Europese niveau doet maar op, dat maakt beleid zonder echt verantwoording af te moeten leggen aan de kiezer. De Europese Commissie is een ongekozen orgaan dat de meest waanzinnige beleidsbeslissingen neemt, en ik zal mij – en mijn partij met mij – daar blijven tegen verzetten. Vooralsnog is het immers dat de EU bepaalt en de Vlaamse burger betaalt.

Ik zal minister Demir dus ook blijven steunen voor zover zij zich zal verzetten tegen weer maar eens een verhoging van die doelstelling. Ik hoop alsnog, minister Demir, dat u dat zult doen en dat u dus niet zult inbinden, dat u toch zult voortgaan op het elan dat u al een aantal keren hebt laten zien. Het waren misschien korte momenten, maar u hebt het toch gedaan door te zeggen dat dit onrealistisch is, dat dit niet past in het ecorealisme van de N-VA, altijd maar die verhogingen van de doelstellingen. Als u dat doet, vindt u in ons zeker een bondgenoot.

De voorzitter

De heer D’Haese heeft het woord.

Jos D'Haese (PVDA)

Altijd mooi om te zien hoe het Vlaams Belang optreedt als cheerleader van de Vlaamse Regering hier in het Vlaams Parlement. En ondertussen op straat maar de oppositie prediken!

Mijnheer Pieters, u hebt mij een vraag gesteld. Normaal gezien stelt men vragen aan ministers, maar het staat u natuurlijk vrij. Voor u vragen stelt, moet u natuurlijk eerst luisteren naar wat diegene aan wie de vraag gesteld wordt, verteld heeft. Wat ik gezegd heb, is dat alle investeringen die nodig zijn om de klimaatomslag te maken, natuurlijk onwaarschijnlijk veel jobs opleveren, dat dat heel wat voordelen geeft voor de werkmens. Bussen en treinen die moeten rijden, mijnheer Pieters, daar moet iemand inzitten om die te besturen. Er moet ook iemand zijn die die bouwt. U hebt daar misschien nog niet bij stilgestaan, maar dat is nu eenmaal zo. Ik weet niet of u daar al aan gedacht hebt, maar als je een huis renoveert, heb je daar volk voor nodig. Hier heb je volk nodig om die isolatiematerialen aan te brengen, die daken aan te leggen, en weet ik wat allemaal. Er zijn talloze studies die het al berekend hebben, mijnheer Pieters, maar zo creëert men heel wat werkgelegenheid in die groene economie. Dat is wat we vandaag nodig hebben. Het is juist jullie klimaatontkenning die tegenhoudt dat we die groene jobs vandaag kunnen creëren. Denk daar nog maar eens twee keer over na.

Tot slot, mijnheer Bothuyne – hij is ondertussen verdwenen, of gewoon op zwart, maar hij zal mij misschien nog wel horen –, u vindt dat ik, omdat ik tegen emissiehandel ben, tegen alles ben wat experten aanraden. Ik denk niet dat u zichzelf daarin serieus neemt. Wat raden de experten eigenlijk aan? Experten raden aan om massaal te investeren in openbaar vervoer. Wat doet deze Vlaamse Regering? Verder besparen, zoals ze dat al tien jaar doet. Wat raden experten aan? Investeren in massale renovaties van huizen, zeker bij ons, waar we het slechtst geïsoleerde huizenpark hebben van heel Europa. Dat gebeurt hier bij ons veel en veel te weinig, we hebben het daar daarnet nog over gehad. Wat raden experten aan? Om massaal te gaan investeren in hernieuwbare energie. Wat doet de Vlaamse Regering hier in België? Alles overlaten aan de vrije markt en we zien dat het niet vooruit geraakt. Wat raden experten aan? Zorgen dat die omslag sociaal rechtvaardig is, dat iedereen mee kan. En wat doet de Vlaamse Regering? Cadeaus uitdelen aan de grootste vervuilers en ondertussen gezinnen opnieuw meer laten betalen voor hun elektriciteit. Dat is wat experten aanbevelen en jullie doen exact het omgekeerde.

Minister, om bij u te eindigen: ik betreur helemaal niet dat u niet meteen mee springt op deze of gene kar, zonder iets te onderzoeken. Goed beleid vertrekt altijd vanuit goede data. Wat ik betreur, minister, is dat u er alles aan lijkt te doen om zo weinig en zo traag mogelijk klimaatbeleid te voeren. Dat is wat ik betreur. In plaats van te zeggen: ‘Eindelijk, eindelijk een kader om een beetje meer ambitie te kunnen tonen, eindelijk een kader om vooruit te kunnen gaan’, komt u hier met een lijstje om te zeggen wat er allemaal mis is, waarom dat allemaal niet gaat, wat er u allemaal tegenhoudt, waarom u dat allemaal niet kunt doen. Dat is wat ik betreur! Ik vind dat onwaarschijnlijk jammer, want het gaat niet over u, het gaat niet over mij, maar over de toekomst van deze aardkloot.   

De voorzitter

De vragen om uitleg zijn afgehandeld



  Nieuwsflash
 
Overstroming van 5 - 22 november 2023 erkend als ramp: indienen vanaf 19/4/2024Lees meer
 
 
De Under-Cover overkapping ook in land- en tuinbouwLees meer
 
 
Koningin Mathilde stelt onrechtvaardige cacaoprijzen aan de kaak Lees meer
 
 
Doelgerichtere veredeling naar inuline-rijkere cichorei door CRISPR/Cas Lees meer
 
 
Packaging: find a workable agreement for the fruit and vegetables sector Lees meer
 
 
Ontwerpprogramma 2023-2027 van het Federaal Reductieplan voor GewasbeschermingsmiddelenLees meer
 
 
Afschaffen constructie ‘samengestelde landbouwer’: overgangsregeling Lees meer
 
 
Preventieve maatregelen tegen uitbraak bacterievuur bij fruit- en bomenkweekLees meer
 
 
Milieuaansprakelijkheid mbt het voorkomen en herstellen van milieuschade Lees meer
 
 
Versoepelingen boetesysteem Mestdecreet Lees meer
 
 
Stikstofdecreet en de omgevingsvergunningen Lees meer
 
 
Gefractioneerde bemesting in aardappelen Lees meer
 
 
‘Na 10 jaar eindelijk doorbraak voor toelating kunstmestvervangersLees meer
 
 
Steeds minder antibiotica verstrekt via gemedicineerde voeders Lees meer
 
 
Groen licht voor proefstalregeling en meer rechtszekerheid voor ammoniak reducerende techniekenLees meer
 
 
Tweede prognose van de landbouweconomische rekeningen van 2023 Lees meer
 
 
PFAS in het Vlaamse drinkwater Lees meer
 
 
Landbouwconjunctuur licht verbeterd ondanks natte weersomstandigheden Lees meer
 
 
Uiterste indieningsdatum en belangrijke data voor de verzamelaanvraag 2024 Lees meer
 
 
Brede weersverzekering 2024: aanvragen voor 30/4Lees meer
 
 
Infosessies stikstofdecreet Vlaamse overheid Lees meer