|  | 
 
		
			| 26 okt 2021 | 13:04 |  
			| 
						
							|   | VLIF-steun voor investeringen in de omkaderingssector van land- en tuinbouw. - oproep 2021
 Omzendbrief LV 2021/1 betreffende VLIF-steun voor investeringen in de omkaderingssector van land- en tuinbouw. - oproep 2021
 |  
							| Praktijkcentra  en vergelijkbare instellingen kunnen VLIF-steun verkrijgen voor hun investeringen binnen het kader van  het besluit van de Vlaamse Regering van 27 april 2007 betreffende steun aan investeringen in de omkaderingssector  van land- en tuinbouw en het ministerieel besluit van 15 oktober 2007 tot uitvoering van het besluit  van de Vlaamse Regering van 27 april 2007, gewijzigd bij ministerieel besluit van 6 juli 2012.De  steunverlening wordt georganiseerd via oproep.
 Voorliggende omzendbrief regelt de voorwaarden  en modaliteiten van de oproep 2021.
 1. Regelgeving
 De bepalingen van
 o het  besluit van de Vlaamse Regering van 27 april 2007 betreffende steun aan investeringen in de omkaderingssector  van land- en tuinbouw;
 o het ministerieel besluit van 15 oktober 2007 tot uitvoering van het  besluit van de Vlaamse Regering van 27 april 2007 betreffende steun aan investeringen in de omkaderingssector  van land- en tuinbouw, gewijzigd bij ministerieel besluit van 6 juli 2012, verder in de omzendbrief `het  ministerieel besluit' genoemd; en
 o Verordening 702/2014 van de Commissie van 25 juni 2014 waarbij  bepaalde categorieën steun op grond van artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van  de Europese Unie, met de interne markt verenigbaar worden verklaard,
 zijn van toepassing.
 2.  Doelgroep
 De praktijkcentra vermeld in artikel 2 van het ministerieel besluit.
 3. Investeringen
 Volgende  investeringen komen voor steun in aanmerking:
 a) de oprichting en uitrusting van bedrijfsgebouwen  en -constructies bestemd voor de uitvoering van de onderzoeksactiviteiten. Ook de aanpassing, zijnde  het verbeteren, van bestaande infrastructuur valt hieronder;
 b) De aankoop van machines en rollend  materieel, specifiek bestemd voor de uitvoering van de onderzoeksactiviteiten;
 c) studies en  erelonen voor de uitvoering van de investeringen, vermeld in punt a), evenwel beperkt tot maximaal 10%  van het totale subsidiabele investeringsbedrag.
 De investeringen beogen alle faciliteiten ter  ondersteuning van de dienstverlenende bijdrage die de centra leveren tot de ontwikkeling van de land-  en tuinbouwsector of tot de begeleiding van activiteiten op land- en tuinbouwbedrijven. Voorrang wordt  verleend aan investeringen die deel uitmaken van een geïntegreerd project dat als doel heeft de innovatie  in de land- en tuinbouw te stimuleren en een voortrekkersrol te spelen op het vlak van duurzame vernieuwende  teelttechnieken en -toepassingen. De investeringen moeten het mogelijk maken om voor actuele problemen  en noden in de sector een oplossing te zoeken.
 Investeringen in onderzoeksinfrastructuur krijgen  voorrang op investeringen in gebouwen voor administratieve doeleinden.
 Komen niet in aanmerking  voor steun:
 o herstellingen en onderhoudswerkzaamheden;
 o de aankoop van personenwagens  (of gelijkgestelde);
 o de aankoop van grond en de aankoop van gebouwen;
 o tweedehandsinvesteringen;
 o  investeringsuitgaven, niet geactiveerd in de boekhouding.
 Door samenwerking met andere onderzoeks-  en voorlichtingsinstellingen moet de infrastructuur zo optimaal mogelijk benut wordt.
 4. Open  kennissysteem
 De, via het onderzoek verkregen, onderzoeksresultaten zijn van belang voor alle  marktdeelnemers in de betrokken sector. Conform artikel 31 van de onder punt 1 vermelde Europese verordening  702/2014 moet voordat met het onderzoek wordt aangevangen, op het internet bekendgemaakt worden dat onderzoek  zal worden uitgevoerd, en wat daarvan het doel is. Verder moet worden bekendgemaakt wanneer de resultaten  worden verwacht, waar zij op het internet zullen worden bekendgemaakt en dat de resultaten kosteloos  beschikbaar zullen zijn voor alle ondernemingen die in de betrokken sector actief zijn. De resultaten  blijven op het internet beschikbaar gedurende ten minste vijf jaar vanaf de einddatum van het gesteunde  project.
 5. Subsidievorm en steunpercentage
 De aanvaarde investeringen genieten maximaal  50% VLIF-steun. De steun wordt uitbetaald onder de vorm van een kapitaalpremie in maximaal vier schijven.
 Projecten komen in aanmerking tot uitputting van het bedrag van de voorziene budgetenveloppe  zoals bepaald in punt 7.
 7. Voorziene subsidiemiddelen
 Voor de oproep 2021 wordt een  budget voorzien van 3.000.000 euro.
 8. Investeringsperiode
 De toegestane investeringsperiode  bedraagt tweeënhalf jaar en start vanaf de registratiedatum van het dossier. De registratiedatum is de  datum waarop de aanvraag bij de bevoegde administratie toekomt, hetzij per post, hetzij elektronisch.
 De toegestane investeringsperiode wordt aan de aanvrager meegedeeld bij de beslissing.
 9.  Aanvraagformulier en indieningsperiode
 De steun wordt aangevraagd via het aanvraagformulier  dat als bijlage bij deze omzendbrief is toegevoegd. Het aanvraagformulier moet worden bezorgd ten laatste  op 19 november 2021:
 Dit kan via post naar volgend adres:
 Departement Landbouw en  Visserij
 Afdeling Ondernemen en Ontwikkelen
 Ellips, 4e verdieping
 Koning  Albert II laan 35 bus 40
 1030 Brussel
 Of via elektronische weg naar: Els Lapage, tel.  02 552 79 07, els.lapage@lv.vlaanderen.be
 Het aanvraagformulier wordt u overgemaakt op verzoek  en is eveneens terug te vinden op www.vlaanderen.be/landbouw/omkadering.
 10. Uitbetaling van  de steun
 De steun wordt uitbetaald in maximaal vier schijven:
 o een eerste schijf van  25% wordt uitbetaald na het indienen van een schuldvordering;
 o een tweede schijf van maximaal  25% wordt uitbetaald na het indienen van een `aanvraag tot uitbetaling' en het voorleggen van de bewijsstukken  van de gedane uitgaven ter rechtvaardiging van de eerste schijf;
 o een derde schijf van maximaal  25% wordt uitbetaald na het indienen van een `aanvraag tot uitbetaling' en het voorleggen van de bewijsstukken  van de gedane uitgaven ter rechtvaardiging van de tweede schijf;
 o een vierde schijf van maximaal  25% wordt uitbetaald na het indienen van een `aanvraag tot uitbetaling', het voorleggen van de bewijsstukken  van de gedane uitgaven ter rechtvaardiging van de derde schijf en nadat een eindcontrole ter plaatse  heeft plaatsgevonden. Eventueel teveel uitbetaalde steun wordt teruggevorderd.
 De modaliteiten  van de `aanvraag tot uitbetaling' worden samen met de beslissing tot steunverlening aan de begunstigde  meegedeeld.
 De begunstigde verklaart eveneens zowel interne Vlaamse, als externe controle m.b.t.  de ontvangen steun te aanvaarden en de volle medewerking te verlenen.
 H. CREVITS,
 Vlaams  minister van Economie, Innovatie, Werk, Sociale economie en Landbouw .
 
 
   |  |  |  |