Akkerbouw
Algemeen
Dieren
Economie
Markten
Mechanisatie
Milieu
Politiek
Tuinbouw
Veehouderij
Voeding
Inloggen
 
 
 
Klik hier om u te registreren en te abonneren
(72,60 euro per jaar)
 
Wachtwoord vergeten

 16 mei 2025 10:54 

Over de drempels voor de landbouwer in de community-supported agriculturecoöperaties


Vraag om uitleg over de drempels voor de landbouwer in de community-supported agriculturecoöperaties
van An Hermans aan minister Jo Brouns

De voorzitter

Mevrouw Hermans heeft het woord.

An Hermans (N-VA)

Binnen de CSA-coöperaties (community-supported agriculture) speelt de landbouwer een fundamentele rol, niet alleen als producent, maar ook als actieve partner binnen een coöperatief model waar consumenten zich verbinden aan de landbouwers om hen te ondersteunen en te voorzien van eerlijke, duurzame producten.

De recente lancering van een online toolbox door het Steunpunt Korte Keten en het CSA-Netwerk, die mede gericht is op het ondersteunen van startende CSA-boeren, maakte echter duidelijk dat er binnen dit model een aantal administratieve drempels bestaan die de werking van die boeren ernstig bemoeilijken. Vooral administratieve vereisten die doorgaans op de lange keten zijn afgestemd, blijken niet compatibel met de coöperatieve werking van hun initiatieven en de kleinschaligheid van de boerderijen.

Verder blijkt uit eerdere initiatieven, bijvoorbeeld voor de coördinator van de korte keten in de Noorderkempen, dat de ondersteuning en samenwerking binnen het CSA-Netwerk essentieel is voor het goed functioneren van deze boerderij-consumentrelaties. Het wegvallen van dergelijke initiatieven heeft geleid tot een verhoging in administratieve lasten voor de landbouwer, wat de werkbaarheid van het model belemmert.

Gezien het belang van de landbouwer in de keten en de coöperatieve werking binnen CSA-initiatieven heb ik de volgende vragen.

Hoe ziet u de positie van de landbouwer binnen de CSA-coöperaties in Vlaanderen, en welke rol speelt de overheid in het versterken van deze positie binnen het bredere korteketenlandschap?

Wat is het beleid van de minister ten aanzien van kleine landbouwers binnen datzelfde model? Zullen er specifieke initiatieven komen die de schaalvoordelen van grotere boeren niet ten koste laten gaan van de kleinschalige werking van CSA-boeren en hun coöperaties?

Zult u initiatieven nemen om de samenwerkingen tussen CSA-boeren te bevorderen en hen structureel te ondersteunen, bijvoorbeeld door het versterken van het ketenoverleg of het aanbieden van specifieke ondersteuning voor de organisatie en coördinatie van CSA-initiatieven?

De voorzitter

Minister Brouns heeft het woord.

Minister Jo Brouns

Binnen de CSA-bedrijven gebeurt de afzet via het model van de korte keten. Binnen een samenwerkingsverband van CSA-landbouwers kunnen individuele landbouwbedrijven versterkt worden door kennisdeling en andere gezamenlijke activiteiten. CSA biedt tal van voordelen voor zowel de landbouwers als de consumenten. Een van de belangrijkste voordelen is de directe verbinding tussen de producent en de consument, waardoor een grotere transparantie en vertrouwen ontstaat. Consumenten weten precies waar hun voedsel vandaan komt en hoe het wordt geproduceerd, wat bijdraagt aan een gevoel van betrokkenheid en verantwoordelijkheid. Voor landbouwers betekent CSA een stabiele afzetmarkt en financiële zekerheid, doordat consumenten zich vooraf verbinden om hun producten te kopen. Dit vermindert de financiële risico’s voor de landbouwer.

Dat er een netwerk in Vlaanderen actief is om consumenten te informeren over CSA-landbouw en ook om ondersteuning te bieden aan CSA-bedrijven of landbouwers die overwegen om ermee te starten, is een heel goede zaak. Ook samenwerking tussen landbouwers kan schaalvoordelen opleveren, zoals gezamenlijk gebruik van machines en afzetstrategieën, wat kosten kan besparen en een efficiëntere bedrijfsvoering mogelijk maakt.

Ik voer een beleid waarbij landbouwers in alle vormen en formaten ondersteund worden in hun ondernemerschap. Zo ondersteun ik in uitvoering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB), onder andere via de kennisportefeuille, oriënterende adviezen waarmee landbouwers verschillende bedrijfsstrategieën kunnen afwegen. Zo kunnen de landbouwers gefundeerde keuzes maken en eventueel in een later stadium tot het uitwerken van een bedrijfsplan komen.

Om de gekozen bedrijfsstrategie dan verder uit te voeren, worden in uitvoering van het strategisch plan van het GLB ook tal van ondersteunende maatregelen voorzien, zoals de ecoregelingen die agro-ecologische praktijken stimuleren, maar uiteraard is er ook VLIF-steun (Vlaams Landbouwinvesteringsfonds) voor de noodzakelijke investeringen en voor het uitvoeren van het bedrijfsplan met de VLIF-maatregel, ‘VLIF Opstart van of omschakeling naar een toekomstgerichte duurzame ondernemingsstrategie op een landbouwbedrijf’.

Met de start van dit GLB heb ik de VLIF-voorwaarden trouwens sterk hervormd, waardoor er veel minder belemmeringen zijn voor de toegang tot VLIF-steun. Voor starters wordt ook specifiek de regeling voorzien waarbij de standaardverdiencapaciteit van 20.000 euro nog niet moet kunnen worden aangetoond bij de steunaanvraag, maar pas bij de indiening van de betalingsaanvraag na de uitvoering van de investeringen.

Eveneens relevant met betrekking tot de opmerking over schaalvoordelen, kan ik aangeven dat samenwerkingsverbanden sinds het lopende GLB, van 10 procent bijkomende VLIF-steun kunnen genieten. Op deze manier wordt bijvoorbeeld het gezamenlijk gebruik van machines door verschillende landbouwers extra gestimuleerd. Het stimuleren van samenwerking is eveneens een van de speerpunten in de EIP-operationele groepen (European innovation partnership). Binnen dezelfde maatregel kunnen ook bestaande samenwerkingsverbanden voor nieuwe activiteiten een projectsubsidie ontvangen.

Ten slotte heb ik eind 2023 nog een ad-hocsubsidie van 140.000 euro toegekend voor een project van het CSA-netwerk samen met het Steunpunt Korte Keten met als doel de consumptie van korteketenvoeding te verhogen in Vlaanderen door de ontwikkeling van voornoemde toolbox. Wat korteketenbedrijven betreft, en dus ook CSA-bedrijven, wil ik natuurlijk ook graag de Week van de Korte Keten extra in de kijker zetten. Die gaat komende zaterdag van start.

CSA-bedrijven zijn ook vaak bedrijven die produceren volgens de biologische productiemethode. Ook hier voer ik samen met de ketenpartners een specifiek beleid met de uitvoering van het strategisch plan biologische landbouw waarbij er meer dan ooit ook wordt ingezet om de vraag naar biologische producten bijkomend te stimuleren.

De voorzitter

Mevrouw Hermans heeft het woord.

An Hermans (N-VA)

Ik heb nog een extra vraagje met de focus op de landbouwmarketing. De online toolbox die de aanleiding vormde van deze vraag kwam oorspronkelijk tot stand als gevolg van een leertraject. Uit dit traject bleek dat marketing heel cruciaal is voor de CSA-boeren om voldoende klanten te vinden die hun producten dan vervolgens afnemen. Vaak blijkt echter dat bioproducten niet als dusdanig in de markt worden gezet omdat mensen die vaak associëren met dure producten, eerder dan met lekkere en duurzame producten – jammer maar helaas.

Hoe kijkt u naar dit imagoprobleem van de bioproducten? Zet het Vlaams Centrum voor Agro- en Visserijmarketing (VLAM) er reeds meer op in om hierin te remediëren? Hoe kunnen we vooral de startende boeren nog extra helpen bij het promoten van producten? Want voor hen is het echt wel moeilijk om op te boksen tegen de groten.

De voorzitter

De heer Vaneeckhout heeft het woord.

Jeremie Vaneeckhout (Groen)

Minister, het is een zeer terechte vraag natuurlijk. Een paar maanden geleden hebben we het er hier in de commissie ook over gehad naar aanleiding van de vraag naar structurele ondersteuning van het netwerk. U verwijst opnieuw naar het ad-hocproject dat eind vorig jaar nog is toegestaan in samenwerking met het werk rond de korte keten. Natuurlijk, als je wilt dat bepaalde deelsectoren binnen de landbouwsector structureel ruimte kunnen krijgen om te groeien – dat is ook zo bij andere deelsectoren –, dan moeten die structurele ondersteuning hebben, om hun netwerk te kunnen ondersteunen.

Minister, ik sluit me aan bij de vraag die daarnet werd gesteld bij de initiële vraag: in welke mate wilt u het gesprek aangaan met het CSA-Netwerk? Voorziet u ook in uw meerjarenvisie – waar we straks vermoedelijk nog op ingaan – structurele ondersteuning van het CSA-netwerk om die rol te kunnen opnemen, om al de verschillende partners samen te houden, te inspireren en te stuwen naar een groter aandeel op de markt? Ik denk dat de overheid daar niet gewoon een neutrale rol in moet spelen. De overheid kan er echt wel een stukje een groeirol in spelen.

De voorzitter

Minister Brouns heeft het woord.

Minister Jo Brouns

We hebben een heel divers aanbod, een pallet van ondernemers in de landbouwsector, zeker de biologische CSA in dezen. Er is voor iedereen structurele ondersteuning voorzien.

Zij moeten inspelen op dat veranderende beleid. Ik verwijs naar de wijzigingen op het niveau van de kennisportefeuille in verband met de adviesverlening. Het is belangrijk om hen te ondersteunen en te begeleiden in die omslag. We hebben dat ook gedaan.

We zien dat er misschien een probleem is op het vlak van imago en perceptie. Het is een kwestie van ook daar de handen in elkaar te slaan, omdat ze natuurlijk ook onderscheidend kunnen zijn ten opzichte van vele andere sectoren. Als je met de mensen op het terrein spreekt, merk je dat daar families komen die elkaar kennen. Het is echt een community. Er wordt een community gevormd. Ze kunnen die troeven echt nog veel meer en beter uitspelen in een veranderende wereld waarin het belangrijk is dat we allemaal beseffen dat het lokaal geproduceerd voedsel de beste kwaliteit heeft en het meest duurzaam is, en dat ze daar een heel belangrijke speler in zijn. Ik wil hen ook maximaal ondersteunen. Het is belangrijk dat we daar voldoende ambassadeurs vinden voor de marketing. Het moet ook van onderuit, vanuit de CSA-bedrijven zelf, de community, kunnen komen, samen met ons, om er zoveel mogelijk aandacht aan te geven. Zo kunnen ze hun voetafdruk – om het zo te zeggen – in Vlaanderen nog vergroten. 

De voorzitter

Mevrouw Hermans heeft het woord.

An Hermans (N-VA)

Ik sluit mij aan bij de collega dat de structurele ondersteuning van het netwerk heel belangrijk is voor hen. Niet alleen voor die startende, kleine boeren, maar ook voor boeren die al een aantal jaren bezig zijn, want zij blijven voelen dat dat moeilijk is. Als de coördinatie wegvalt, komt al dat extra werk ook weer bij hen terecht. En uiteindelijk zijn zij de mensen die het liefst met hun handen in de grond zitten en contacten hebben met de mensen die daar kopen en niet per definitie hele avonden en lange uren aan hun bureau zitten om al het paparassenwerk en de coördinatie op zich te nemen.

Vanuit onze fractie doe ik een warme oproep om daar extra op in te zetten.

De voorzitter

De vraag om uitleg is afgehandeld.

 

 


  Nieuwsflash
 
Symbolische actiedag tegen EU-landbouwbeleidLees meer
 
 
De langetermijnvisie voor de Vlaamse land- en tuinbouwsectorLees meer
 
 
De Vlaamse kennisportefeuille voor landbouwers Lees meer
 
 
Over de drempels voor de landbouwer in de community-supported agriculturecoöperatiesLees meer
 
 
Sojateelt in Vlaanderen Lees meer
 
 
De federale beleidsplannen voor landbouw Lees meer
 
 
Over het verlies aan landbouwareaal ten gevolge van het nieuwe MestactieplanLees meer
 
 
De toekomst van de appelteelt in Vlaanderen Lees meer
 
 
Agrometeorologische Berichten 1 mei 2025 Lees meer
 
 
Droogte voorjaar 2025: nooit zo weinig regen in 132 jaar tijdLees meer
 
 
PC Fruit experimenteert met elektrische tractorLees meer
 
 
Nieuwe sectorbarometers houden vinger aan pols bij melkvee en varkensLees meer
 
 
Droogte voorjaar 2025: tijdelijk onttrekkingsverbod onbevaarbare waterlopen vanaf 9/5/2025Lees meer
 
 
Onderzoek van het Waalse beleid voor het duurzaam gebruik van pesticidenLees meer