Akkerbouw
Algemeen
Dieren
Economie
Markten
Mechanisatie
Milieu
Politiek
Tuinbouw
Veehouderij
Voeding
Inloggen
 
 
 
Klik hier om u te registreren en te abonneren
(72,60 euro per jaar)
 
Wachtwoord vergeten
Vorig ArtikelVorig artikel Volgend artikelVolgend Artikel

 05 jun 2025 18:06 

Natuurherstelwet


Vraag om uitleg over de maatschappelijke en economische meerwaarde van natuurherstel
van Mieke Schauvliege aan minister Jo Brouns

Vraag om uitleg over de herverdeling van de PAS-provisie voor natuurherstel
van Lydia Peeters aan minister Jo Brouns

De voorzitter

Mevrouw Schauvliege heeft het woord.

Mieke Schauvliege (Groen)

Minister, een paar weken geleden werd een studie van World Wildlife Fund for Nature (WWF) en de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO) gepresenteerd waarin de maatschappelijke baten van natuurherstelprojecten in Vlaanderen in kaart werden gebracht. De studie analyseert drie concrete gebieden – de Demerbroeken, het Kastanjebos en het Plateau des Tailles – en concludeert dat natuurherstel in elk van deze gevallen niet alleen ecologisch waardevol is, maar ook economisch en maatschappelijk een enorme meerwaarde is.

Ik geef enkele cijfers mee. U kent ze ook, want u was digitaal aanwezig op die studiedag, in de vorm van een filmpje. In de Demerbroeken wordt een maatschappelijk rendement van 8 procent per jaar vastgesteld, met een terugverdientijd van zestien jaar. In het Kastanjebos bedraagt het rendement 51 procent per jaar, met een terugverdientijd van zeven jaar. Voor het Plateau des Tailles is dat 25 procent per jaar en een terugverdientijd van twaalf jaar. Dat is bijzonder lucratief. Kleine overstromingsrisico’s, betere waterinfiltratie en waterkwaliteit, gezondheidseffecten, CO2-opslag en recreatie: al deze ecosysteemdiensten zorgen voor een economisch rendement. De studie benadrukt dat niet alle baten in euro’s uit te drukken zijn en dat het werkelijke maatschappelijke rendement dus eigenlijk nog hoger ligt dan wat zij hebben geconcludeerd.

Het herstellen van onze natuurlijke habitats levert op lange termijn talloze economische en maatschappelijke voordelen op. De Europese Natuurherstelwet verplicht lidstaten om een natuurherstelplan op te stellen. Ik zou zeggen: er is lang genoeg getalmd. Investeren in natuur, dat is investeren in de maatschappij en in de economie. Als we de juiste omstandigheden creëren, kan onze natuur op heel wat vlakken diensten aan de maatschappij bewijzen.

Minister, hoe evalueert u zelf de conclusies van deze studie?

Op welke manier worden vandaag de maatschappelijke baten van natuur in rekening gebracht bij de beslissingen over projecten, zowel bij natuurherstel als bij projecten waarbij natuur moet wijken? Hoe wilt u dat in de toekomst doen?

Hoe zult u rekening houden met de economische meerwaarde van natuurherstel bij het opstellen van het natuurherstelplan en het budgettaire kader hiervan? Op welke manier worden de  terugverdieneffecten van natuurherstelprojecten begroot?

De voorzitter

Mevrouw Peeters heeft het woord.

Lydia Peeters (Open Vld)

Voorzitter, mijn vraag gaat inderdaad ook over natuurherstel, maar dan eerder naar aanleiding van de brand op de Mechelse Heide. Naar aanleiding daarvan deed collega Andy Pieters een oproep aan u, minister, om de middelen uit de stikstofprovisie te deblokkeren en sneller in te zetten voor natuurherstel in extra kwetsbare gebieden in zijn totaliteit. 

We weten dat er vorige legislatuur in het kader van het Stikstofakkoord een budget van 3,6 miljard euro werd voorzien voor het stikstofbeleid in Vlaanderen voor de periode tot 2030. De helft hiervan betrof bestaande kredieten van de betrokken overheidsdiensten. Voor de periode 2022 tot 2024 ging het over een bedrag van ongeveer 1 miljard euro.

Bij de begrotingsbesprekingen hebt u aangegeven dat die middelen ook zullen worden ingezet voor onder andere natuurherstel. Eerder duidden zowel het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB) als het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO) al aan dat er minstens ruim 50 miljoen euro extra nodig is voor natuurherstel.

In uw reactie op de oproep van Andy Pieters gaf u aan dat er een groot plan rond natuurherstel klaarligt waar de stikstofmiddelen voor worden ingezet en dat de huidige planning wordt aangehouden.

De problematiek van natuurherstel, waaronder ook het herstel van de Mechelse Heide, heeft uiteraard geen baat bij een gehakketak in de pers of bij een steekspel tussen uzelf, minister, en de kabinetschef van uw voorganger over het al dan niet versneld vrijmaken van de middelen. Men zou beter eerst binnen de regering bekijken hoe men zo snel mogelijk kan nagaan of er ja dan nee middelen vervroegd moeten worden vrijgemaakt.

Minister, hebt u zicht op de omvang van de schade door de brand op de Mechelse Heide? Werd hiervoor al een raming gemaakt? Ik weet dat dat vorige week aan bod is gekomen in de plenaire vergadering, maar de vraag was al eerder ingediend. Ik dacht dat u toen zei dat het 50.000 euro was. Is dat al finaal bijgesteld of ligt het rond dat bedrag? Ik heb ondertussen van een aantal boswachters gehoord dat het niet zozeer voor de planten een probleem is, maar dat de gladde slang en een aantal biotopen die daar aanwezig zijn heel erg hebben geleden onder die brand.

Kunt u wat meer duiding geven bij het grote plan rond natuurherstel waarnaar u verwijst in Het Belang van Limburg en de planning hiervan?

In de commissie van 24 april gaf u aan dat, zodra de achterliggende projecten klaar zijn om vastgelegd te worden, u met een voorstel tot herverdeling van de PAS-provisie (Programmatische Aanpak Stikstof) naar de regering zult stappen. Wat is de geplande timing voor deze herverdeling? Op basis van welke inhoudelijke en beleidsmatige criteria zult u deze herverdeling voorstellen? Zal de herverdeling betrekking hebben op de middelen die specifiek voorzien zijn voor natuurherstel, of ook op andere elementen van de stikstofprovisie die onder meer werden voorzien voor investeringen en flankerende maatregelen in landbouw?

De voorzitter

Minister Brouns heeft het woord.

Minister Jo Brouns

Wat de schade ten gevolge van de brand op de Mechelse Heide betreft, kan ik inderdaad verwijzen naar wat ik vorige week ook al meegaf in de plenaire vergadering. Uiteindelijk bleef het gelukkig maar beperkt tot 30 hectare. Er werd inderdaad vooropgesteld dat het ging om een 50.000 euro. Het ANB werkt momenteel aan een meer gedetailleerde kostenraming in het kader van het lopend onderzoek en zijn burgerlijkepartijstelling.

De volgende kostenposten zullen minstens in rekening gebracht worden: uiteraard de personeelsinzet, dus alle prestaties van de medewerkers die daar actief zijn geweest, het herstel van de natuurwaarden, dit omvat onder meer de verhoogde inzet van een schaapskudde, de plagwerken en opvolging en onder controle houden van ongewenste vegetatie, want de heide moet daar weer alle kansen krijgen, materiële kosten, zoals het gebruik van voertuigen, machines en de inzet van extra aannemers, en expertise en monitoring. Al die kosten zullen verder worden verfijnd om daar een heel exact beeld van te krijgen.

Wat betreft de studie ‘Investeren in natuurherstel loont’, kan ik het uitgangspunt van de VITO-studie bijtreden. Dit rapport is een mooie toepassing van de opgebouwde Vlaamse kennis en zet het belang van onze natuur en de benodigde investeringen in natuurherstel nog eens extra in de verf. We moeten verder inzetten op die aanpak, de natuurwaardeverkenner verder ontwikkelen en onderbouwen, om een zo objectief mogelijke waardering van natuurherstel te kunnen begroten.

Nog vorige legislatuur is een plan van aanpak voor de opstart van de implementatie van de natuurherstelverordening goedgekeurd. Dat plan van aanpak beschrijft als eerste de nodige stappen voor de opmaak van het nationaal herstelplan. In samenspraak met mijn diensten heb ik bij aanvang van deze legislatuur, rekening houdende met de bepalingen in het regeerakkoord rond de stakeholderbetrokkenheid en afwijkingen, dat plan van aanpak verder bijgesteld.

Er zijn daarbij vijf werkgroepen opgericht, één per ecosysteem, met clustering van nauw aansluitende ecosystemen. Daarnaast zijn er nog twee werkgroepen, meer bepaald één die de juridische aspecten nader bekijkt en opvolgt en één die de socio-economische impactstudie verder opvolgt. In die verschillende werkgroepen zijn alle relevante entiteiten nauw betrokken.

De betrokkenheid en inspraak voor de stakeholders worden op de volgende manieren aangepakt:

Een adviesvraag aan de Milieu- en Natuurraad van Vlaanderen (Minaraad), de Strategische Adviesraad voor Landbouw en Visserij (SALV), de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV), de Strategische Adviesraad Ruimtelijke Ordening - Onroerend Erfgoed (SARO), de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten Vlaamse Vereniging van Steden en Gemeenten (VVSG) en de Vereniging van de Vlaamse Provincies (VVP) naar de bezorgdheden en aandachtspunten voor de implementatie van de verordening werd gevraagd en reeds opgeleverd in november vorig jaar. Er was de organisatie van stakeholderworkshops per ecosysteem in mei en juni van dit jaar, waarbij hun input op herstelmaatregelen gevraagd wordt, alsook hun bezorgdheden gecapteerd worden. Er is een bevraging bij de stakeholders in het kader van de socio-economische impactanalyse. Voor het plan wordt een plan-milieueffectrapport (plan-MER) opgemaakt, met publieke inspraak bij de kennisgeving en het openbaar onderzoek van het ontwerp van plan-MER en het ontwerp van natuurherstelplan zelf.

Een belangrijke factor die onze werkzaamheden bepaalt, is de indiening van één nationaal herstelplan. De Europese diensten hebben duidelijk gemaakt dat ze van België een uniek en intern gecoördineerd plan verwachten, waarvoor de bevoegde gewesten dus zullen moeten samenwerken. Vooral de betrokkenheid van het Brusselse Gewest is op vandaag niet evident, zoals bekend, omdat de huidige regeringsvorming daar nog niet is afgerond.

De timing voor de indiening van het nationaal herstelplan is wel al afgestemd met de andere Belgische entiteiten. We zijn het er allemaal over eens, samen met nog heel wat lidstaten overigens, dat de voorziene timing van augustus 2026 niet haalbaar is. Zeker vanwege het feit dat de Europese Commissie zelf haar vooropgestelde timing voor enkele verduidelijkingen niet haalt, lijkt het mij dan ook dat de tijdsdruk ondergeschikt is aan de kwaliteit van het opgeleverde werk.

De uitdaging bij het waarderen van maatschappelijke baten, of kosten, van natuurontwikkeling is dat er – naast kwantitatieve baten of kosten zoals koolstofopslag en terreininvesteringen – diverse perspectieven en waardekaders bestaan. Het is niet altijd evident om dat op een objectieve, effectieve en efficiënte manier in beeld te brengen voor elke beslissing, laat staan om tot een one-size-fits-allbenadering te komen.

Voor wat betreft de natuurherstelverordening hebben we voorzien om een socio-economische impactanalyse uit te voeren, die beide zo goed als mogelijk in kaart moet kunnen brengen. Daarbij zal een wetenschappelijke aanpak gevolgd worden die voortbouwt op het concept van de meervoudige waardering, met aandacht voor verschillende waardesystemen en waarden. Daarbij zullen we de stakeholders ook structureel betrekken. Het resultaat zal een idee geven van de maatschappelijke kost, evenals de return en terugverdieneffecten.

De resultaten van de socio-economische impactanalyse zullen samengevat en doorvertaald worden in het nationaal herstelplan.

Wat betreft de financieringsvraag is de uitdaging ook groot. Voor de uitvoering van de natuurherstelwet zijn geen specifieke budgetten voorzien. Wel proberen we dus maximaal synergie te zoeken en te vinden tussen elementen die beschreven zullen worden in het natuurherstelplan en bestaande programma’s, zoals in het kader van ons waterbeleid en ons stikstofbeleid. Ook de bestaande middelen voor natuurbeleid, denk maar aan de aankoop- en beheersubsidies, zullen volledig toegespitst worden op de doelen van de natuurherstelverordening.

De middelen uit de PAS-provisie zullen vanzelfsprekend niet enkel betrekking hebben op stikstofsanering en natuurherstel, maar ook op flankerend beleid en investeringssteun. Voor 2025 is er een doorkijk gegeven voor wat betreft de inzet van de PAS-middelen en voor de hele legislatuur bereiden we dat voor tegen september.

De voorzitter

Mevrouw Schauvliege heeft het woord.

Mieke Schauvliege (Groen)

Dank u wel, minister, om toe te lichten dat er uitstel komt voor het indienen van de Natuurherstelwet. Dat wisten wij natuurlijk al, want dat is hier ook toegelicht door het Agentschap voor Natuur en Bos op de hoorzitting over de Natuurherstelwet. Toen is de timing van mei 2027 naar voren geschoven. U verwijst naar een Belgisch akkoord als zijnde een obstructie, maar dat wordt volgens de tijdslijn van het Agentschap voor Natuur en Bos eigenlijk pas verwacht tegen april 2027. Wat er nu volgens hun tijdslijn gerealiseerd zou moeten zijn, is dat de richtlijnen voor het plan-MER klaar moeten zijn, zodat het openbaar onderzoek kan starten. Voor zover ik weet is dat nog niet klaar, en dat is meteen ook mijn vraag.

Minister, ik hoor u van alles zeggen. Ik hoor u ook aankondigen dat er uitstel komt, maar bedoelt u dan uitstel tot mei 2027? Europa vraagt om in 2026 in te dienen, maar er is al mei 2027 aangenomen. Hoe ver staat het met het plan-MER? Zijn die richtlijnen bijna klaar of niet?

Minister, straks bespreken we de budgetten. Als we kijken naar de PAS-provisie, dan zien we een onderbenutting van 47 miljoen euro. Dat lees ik in de begroting. Ik kan dat moeilijk rijmen met de nood aan bijkomende middelen voor natuurherstel. Hoe verklaart u die onderbenutting?

De voorzitter

Mevrouw Peeters heeft het woord.

Lydia Peeters (Open Vld)

Dank u wel, minister, voor uw antwoorden. Waar ik geen echt antwoord op gekregen heb, is het verhaal van de middelen. Het Agentschap voor Natuur en Bos en het INBO hebben hier in april op de zitting over de Natuurherstelwet expliciet gezegd dat ze minstens 50 miljoen euro extra nodig hebben. Tijdens de hoorzitting over de Natuurherstelwet is ook aangegeven dat er heel wat extra middelen nodig zijn, zoals mankracht en personeel. Ik blijf hier wat op mijn honger zitten. Mijn vraag blijft: worden er meerdere middelen voorzien? U zegt dat u daar in september mee komt, maar ik had begrepen dat men de projecten nu al in kaart zou brengen.

In 2024 was er een tekort van 9 miljoen euro dat is ingeteerd op de provisie van 2025. Mevrouw Schauvliege spreekt van onderbenutting, maar tegelijkertijd was er eigenlijk te weinig budget in 2024 en is er al ingeteerd op het budget van 2025. Het is dan interessant om te weten wat er met die 50 miljoen euro gebeurt die het ANB en het INBO vragen voor natuurherstel. In september komt u met de timing, maar welke projecten zijn daarvoor specifiek voorzien? Hoe zit het precies met de budgetten voor natuurherstel in 2025? Kunt u daarover al wat meer duidelijkheid geven?

De voorzitter

Mevrouw Van Looy heeft het woord.

Sanne Van Looy (N-VA)

Ik denk dat het een no-brainer is dat we investeren in natuurherstel en dat dat waardevol is. Maatschappelijke kosten-batenanalyses dragen bij aan het draagvlak. Vandaag lijken die zowat het nieuwe kompas te worden, in die zin dat natuur altijd verantwoord moet worden in een verkoopbaar verhaal. Natuur zou zich niet economisch moeten verantwoorden, maar het helpt natuurlijk wel om het draagvlak te vergroten. In die zin zijn die studies heel waardevol.

We hebben het gehad over de budgetten en de projecten, maar het is ook heel belangrijk welke prioriteiten men daaraan geeft. Als je vandaag alles wilt doen, dan hebben de toekomstige generaties niets aan al die investeringen als die gepaard gaan met een hoge staatsschuld. Ik denk dat het dus ook een kwestie is van prioriteiten stellen. Mijn vraag aan u, minister, is of u op basis van die studie andere inzichten hebt gekregen.

De voorzitter

Minister Brouns heeft het woord.

Minister Jo Brouns

Het uitstel gaat over augustus 2026, zoals ik ook geantwoord heb. Het gaat dus niet over 2027. Augustus 2026 verschuift naar 2027. Dat is de nieuwe horizon.

Van onderbenutting is er ook geen sprake omdat het ‘geruiterd’ is zoals we dat noemen. Budgetten volgen mee met de verschillende projecten. Het geld is zeker niet weg. Dat is ook wel belangrijk. Er wordt verschillende keren verwezen naar een vraag van het INBO en 50 miljoen euro. Zij vragen heel wat middelen. Ik denk dat u dat heel goed weet. Vragen staat vrij, maar we kunnen natuurlijk niet ingaan op alle vragen die elke administratie heeft. Het is heel belangrijk dat natuurherstel een transversale uitdaging en doel is als het gaat over het omgevings- en natuurbeleid in Vlaanderen de komende jaren en dat wij uit de verschillende potten die wij hebben – er is verwezen naar het waterbeleid en de PAS, het stikstofbeleid – middelen halen voor die projecten die het meeste effectief zijn om aan natuurherstel in Vlaanderen te werken.

De voorzitter

Mevrouw Schauvliege heeft het woord.

Mieke Schauvliege (Groen)

Minister, het laatste woord is hier natuurlijk nog niet over gezegd. U mag erop rekenen dat wij er heel vaak op zullen terugkomen, want wij zijn uw getreuzel op het vlak van natuur meer dan beu. U kondigt aan dat u de Natuurherstelwettiming die Europa oplegt, niet zult halen. We weten eigenlijk al de hele tijd dat dat geen evidentie zal zijn. In de hoorzittingen zijn er continu extra middelen gevraagd. Als ik naar de budgetaanpassing van 2025 kijk, dan lees ik daar heel duidelijk dat er een eenmalige onderbenutting is van 47 miljoen euro op de PAS-provisie van 2024. Dat betekent dat de mogelijkheden om die middelen aan te spreken om daar natuurprojecten mee te doen, niet werden benut omdat u aan het treuzelen bent. Dan mogen die middelen mee schuiven, maar als u opnieuw in 2025 geen enkele beslissing neemt, dan zal op het einde van de rit er opnieuw staan dat er een onderbenutting is en dat men opnieuw doorschuift.

Minister, als u natuur erg belangrijk vindt, zoals u in dat filmpje op de studiedag rond natuurherstel hebt gezegd, dan vat u de koe bij de horens en dan zorgt u ervoor dat de mensen die voor de natuur aan het werken zijn, de middelen en de mogelijkheden hebben om ervoor te zorgen dat de natuur uitbreidt en hersteld wordt in Vlaanderen.

De voorzitter

Mevrouw Peeters heeft het woord.

Lydia Peeters (Open Vld)

Ik denk dat iedereen het erover eens is dat natuurherstel heel belangrijk is.

Wanneer het Agentschap voor Natuur en Bos en het INBO zeggen dat ze op dit ogenblik veel te weinig budgetten hebben, ondanks het verhaal van de PAS-provisie, en dat ze die minstens ramen op 50 miljoen euro extra, dan is dat niet zomaar uit de lucht gegrepen of een verhaal van vragen staat vrij, zoals u dat zegt.

Ik hoor collega Pieters in de pers zeggen dat het heel eenvoudig is en dat men de middelen die vast zitten, moet deblokkeren – de onderbenutting waar mevrouw Schauvliege waarschijnlijk naar verwijst – en gebruiken voor natuurherstel. Ik weet niet wie hier gelijk heeft: collega Pieters of uzelf, minister. Maar als er middelen zijn en er is nood aan meer middelen, dan denk ik dat de middelen vrij snel kunnen worden vrijgemaakt. In die zin zou ik willen weten hoeveel budgetten er nu effectief kunnen worden aangewend in 2025, maar dat zal misschien straks bij de begrotingsbesprekingen aan bod kunnen komen.

De voorzitter

De vragen om uitleg zijn afgehandeld.

 

 


  Nieuwsflash
 
Dalende waterpeilen en lage grondwaterstanden door droge meiLees meer
 
 
Toekomst van de beuk in Vlaanderen Lees meer
 
 
Mogelijke implicaties van het Nederlandse 'geurvonnis' op het Vlaams StikstofbeleidLees meer
 
 
NatuurherstelwetLees meer
 
 
PFAS-beleid in de Vlaamse visienota voor de EU Lees meer
 
 
Toenemende druk op de groenteteeltsectorLees meer
 
 
Vereenvoudigingspakket voor het GLBLees meer
 
 
Beleidsinitiatieven voor de sierteelt Lees meer
 
 
Ter beschikking stellen van gezuiverd afvalwater aan land- en tuinbouwLees meer
 
 
Droogte bedreigt tot 15 procent van productie in eurozoneLees meer
 
 
Over het toekomstige Europese landbouwbudget en de toekomstperspectieven voor Vlaamse boerenLees meer
 
 
Klimaatbestendige landbouw Lees meer
 
 
een evenwichtige positie voor de landbouwer in de keten Lees meer
 
 
Verplichte tussentijdse stikstofreductie bij rundveehouders Lees meer
 
 
Graslanden cruciaal in bodemkoolstofverhaal Lees meer
 
 
PAC-on-web in Wallonië opnieuw opengesteld Lees meer
 
 
Droogte 2025: voedingsbedrijven en landbouwers slaan handen in elkaar Lees meer