Akkerbouw
Algemeen
Dieren
Economie
Markten
Mechanisatie
Milieu
Politiek
Tuinbouw
Veehouderij
Voeding
Inloggen
 
 
 
Klik hier om u te registreren en te abonneren
(72,60 euro per jaar)
 
Wachtwoord vergeten
Volgend artikelVolgend Artikel

 19 jun 2025 18:47 

Ontbossing en de opmaak van een boskansenkaart


Vraag om uitleg over ontbossing en de opmaak van een boskansenkaart
van Lydia Peeters aan minister Jo Brouns

Vraag om uitleg over de evolutie van de bosbalans en maatregelen voor bosbescherming
van Mieke Schauvliege aan minister Jo Brouns

Vraag om uitleg over het bosbeleid
van Sanne Van Looy aan minister Jo Brouns

De voorzitter

Mevrouw Peeters heeft het woord.

Lydia Peeters (Open Vld)

We hebben recent in de pers kunnen lezen dat er in Vlaanderen in 2024 140 hectare illegaal werd ontbost. De helft van deze illegale ontbossing gebeurt in de provincie Limburg, namelijk 61,4 hectare, zo zou blijken uit de cijfers die u recent ter beschikking hebt gesteld aan collega Schauvliege.

In een reactie stelt het Agentschap Natuur en Bos (ANB) dat illegale ontbossingen door de natuurinspectie met voorrang worden opgevolgd en streng aangepakt, en gekoppeld worden aan herstelmaatregelen in de vorm van verplicht nieuw aan te planten bos en het herstel van het oorspronkelijke ecosysteem. Tegelijk wordt de stijging in de cijfers genuanceerd met de melding dat er meer inspecties en controles worden uitgevoerd.

In het regeerakkoord en de beleidsnota konden we lezen dat men de ambitie heeft om tegen 2030 10.000 hectare extra bos te creëren. Op zich is dat een mooie, maar moeilijk te bereiken doelstelling, zo blijkt uit de evoluties.

In een reactie antwoordt u dat u kiest voor bossen op de juiste plaats en werk wilt maken van een boskansenkaart in samenwerking met de lokale besturen. Deze kaart moet in beeld brengen waar er lokaal nog potentieel is om bossen te planten. Daarnaast repliceert u met de boodschap dat er in de toekomst minder vergunningen nodig zijn om bos te realiseren.

Mijn vragen voor u, minister, zijn de volgende.

Hoe verklaart u de sterke stijging van illegale ontbossing in Limburg? Ligt dit louter aan het verhoogde toezicht, en zo ja: werd er in Limburg meer ingezet op toezicht in vergelijking met andere provincies?

U wilt werk maken van boskansenkaarten – we hebben het eerder in de commissie al meermaals gehad over kaarten, en dat is niet altijd even goed afgelopen – in samenwerking met lokale besturen. Hoe verloopt de procedure voor de opmaak van deze boskansenkaart? Is het zinvol om naar bijkomend bos te streven in iedere gemeente, ook in gemeenten waar al veel bos is en nauwelijks extra gronden voor compensatie of extra bos beschikbaar zijn?

Kijkt u hier in eerste instantie naar voor natuur bestemde gebieden? Hoe zult u dit rijmen met adviezen voor die gebieden waar men andere natuurstreefbeelden wenst te ontwikkelen in plaats van bossen? Ik denk maar aan de gebieden die onder natuurbeheerplan type 4 zitten en waar men vaak heide in plaats van bos tracht te realiseren, en waar men ook vaak overgaat tot het kappen van bomen. Kijkt u ook naar gebieden met een andere bestemming dan natuur voor de opmaak van de boskansenkaart? Welke gevolgen worden gekoppeld aan die boskansenkaart en hoe verloopt de procedure tot opmaak?

In de toekomst wilt u een vrijstelling voor het aanplanten van bos. Hoever staat u hier met de regelgeving?

We hebben het al meermaals gezegd: er worden heel veel bomen gekapt in het kader van de ontwikkeling van natuurbeheerplannen. Daar moet niet gecompenseerd worden, en dat is voor velen een doorn in het oog. Vindt u dat natuurverenigingen die andere natuur voor ogen hebben dan bos, ook moeten compenseren?

De voorzitter

Mevrouw Schauvliege heeft het woord.

Mieke Schauvliege (Groen)

Minister, de illegale ontbossing is de afgelopen vijf jaar verdrievoudigd in Vlaanderen. In 2020 werd ‘slechts’ 45 hectare bos illegaal gekapt, in 2024 steeg dat aantal tot 140 hectare. Hoewel er inspanningen zijn geleverd om bosuitbreiding te realiseren, blijft het onduidelijk hoe de huidige bosbalans precies evolueert.

Niemand kan het antwoord geven op de vraag hoeveel bos er is in Vlaanderen. Het ontbreekt aan een beleidsinstrument dat er tegelijkertijd in slaagt om accurate kaarten te produceren, een accurate inventarisatie neer te leggen en op gezette tijdstippen een overzicht te geven van de trend en evolutie van de bossen in Vlaanderen.

Met een tijdspanne van tien jaar inventariseert het Agentschap voor Natuur en Bos de staat van onze Vlaamse bossen in de Vlaamse bosinventaris. Dit is een nuttig beleidsinstrument, maar het is helaas niet gebiedsdekkend. Bovendien is er geen centrale databank die bijhoudt wat de effectieve ontbossing en bebossing is op het terrein.

Mijn vragen aan u, minister, zijn de volgende. Bent u bereid om werk te maken van een bosboekhouding die exact bijhoudt waar er bos verdwijnt en waar er bos bijkomt, ook de illegale ontbossingen? Wat gaat u concreet doen om onze ruimtelijk bedreigde bossen beter te beschermen? Plant u bijkomende initiatieven om op te treden tegen illegale natuurvernietiging?

De voorzitter

Mevrouw Van Looy heeft het woord.

Sanne Van Looy (N-VA)

We hebben het al uitgebreid gehad over alle bos dat verdwijnt, maar er moet natuurlijk ook heel wat bos bijkomen. We hebben in het regeerakkoord afgesproken dat we zullen investeren in 10.000 hectare bijkomend bos tegen 2030 ten opzichte van 2019.

“Het is belangrijk die ambitie tegen 2030 te halen en het is goed dat die ambitie is herbevestigd in het regeerakkoord.” Dat zij niet mijn woorden, maar de woorden van u, minister. Uiteraard sluit mijn fractie zich daar volmondig bij aan. Tijdens de vorige legislatuur is er een tandje bijgestoken en kwam er voor het eerst een positieve bosbalans. Er is de afgelopen vijf jaar netto 1342 hectare bos bijgekomen. Dat is na aftrek van wat er ontbost is en waarover de collega’s het net hadden.

De doelstelling om 10.000 hectare bos te realiseren, doen we best in samenwerking met de lokale besturen. Om die reden voorzien we elk jaar 18 miljoen euro. U hebt dat in een plenaire vergadering van maart bevestigd. We zijn het dus eens dat we de lokale besturen hier als partner zien. U kondigde al enkele keren aan de lokale besturen aan dat de gerichte subsidieoproep voor de aankoop van te bebossen gronden snel zou volgen, maar we hebben daar nog niets van gezien.

BOS+ en de Bosgroepen kunnen de lokale besturen ontzorgen op technisch en administratief vlak. Daarnaast helpen de Bosgroepen ook om de Vlaamse natuurdoelstellingen te verwezenlijken. Ondanks de bevestiging van de rol van de Bosgroepen, is er nog geen overeenkomst afgesloten voor een samenwerking na 2025.

Ik heb hierover de volgende vragen.

Kunt u een stand van zaken geven met betrekking tot de subsidieoproep? Welke criteria worden opgenomen?

Welke verschillen zullen er zijn ten opzichte van de eerdere subsidieoproepen voor de aankoop van de te bebossen gronden? Kunt u deze verschillen nader toelichten?

Op welke manier worden de middelen uit het boscompensatiefonds ingezet in de realisatie van de bosuitbreidingsdoelstellingen?

Kunt u een stand van zaken geven met betrekking tot enerzijds de financiering van de Bosgroepen bij de ondersteuning van de lokale besturen bij bosuitbreiding en anderzijds de samenwerkingsovereenkomst met de Bosgroepen? Wanneer zal deze afgesloten worden? Welke verschillen zijn er met de vroegere financiering van de Bosgroepen en samenwerkingsovereenkomsten?

De voorzitter

Minister Brouns heeft het woord.

Minister Jo Brouns

De toename van het aantal vastgestelde illegale ontbossingen is in belangrijke mate het gevolg van een intensiever toezicht door de natuurinspectie en een opmerkelijke stijging van meldingen door derden. In 2024 registreerden we het hoogste aantal meldingen in de afgelopen tien jaar. Limburg telt veruit het meeste bos van alle provincies – dat is bekend –, wat maakt dat ook het aantal potentiële overtredingen er statistisch hoger ligt. De natuurinspectie voert haar taken overigens op uniforme wijze uit in alle provincies. Er is dus geen sprake van een structurele overfocus op Limburg, maar wel van een combinatie van verhoogde alertheid en bosrijkdom.

De boskansenaanpak is een ruimtelijke denkoefening en geen formeel planningsinstrument. Het is dus niet een zoveelste kaart, collega Peeters. Via ruimtelijke analyse, onder begeleiding van onder meer BOS+ en de Bosgroepen, worden potentiële locaties voor bebossing in kaart gebracht – vandaar allicht de naam –, rekening houdend met ecologische, ruimtelijke en sociale randvoorwaarden. Het doel is om lokale besturen te ondersteunen in hun zoektocht naar betekenisvolle en haalbare plekken voor bosuitbreiding.

Elke gemeente heeft – ook al is het potentieel niet overal gelijk – wel opportuniteiten: een speelbos bij een jeugdbeweging, een groenzone in een nieuwe verkaveling of een bufferzone tussen industrie en woonwijk. Dat zijn voorbeelden die via deze aanpak zichtbaar gemaakt kunnen worden.

We focussen in eerste instantie op groene bestemmingen, conform het regeerakkoord, maar sluiten ook niet uit dat er kansen liggen in harde bestemmingen in het kader van buurtontwikkeling. Uiteraard houden we steeds rekening met bestaande natuurwaarden en de vigerende wetgeving. In natuurgebieden waar een ander natuurstreefbeeld vooropstaat dan bebossing, wordt dit meegenomen in de beoordeling. De boskansenaanpak is dus richtinggevend, geen verplichtend planinstrument.

De regelgeving voor de vrijstelling van de vergunningsplicht voor bebossing in agrarisch gebied is in opmaak. Die vrijstelling wordt gekoppeld aan het instellen van een voorkooprecht voor actieve landbouwers. Zo waken we over het evenwicht tussen bosuitbreiding en landbouwproductieruimte. Zodra het voorstel is afgerond, wordt dit ter bespreking voorgelegd aan de Vlaamse Regering.

De vrijstelling van compensatie voor ontbossing in gebieden waarvoor een beheerplan is goedgekeurd, is enkel van toepassing onder de uitdrukkelijke voorwaarde dat de ontbossing noodzakelijk is met het oog op de realisatie van vastgestelde instandhoudingsdoelstellingen voor Natura2000-gebieden en deze niet elders binnen het beheerplan kunnen worden gerealiseerd. Ik wens er toch ook op te wijzen dat er binnen de ontbossings- en compensatieregeling wel meerdere vrijstellingen bestaan op het principe van de boscompensatie die niets met natuurrealisaties te maken hebben. Denk dan aan de sociale vrijstelling voor bouwen van een eerste woning op zogenaamde kleine kavels op percelen in woongebied, en er is de vrijstelling die voor iedereen geldt bij ontbossing in het geval het gaat om spontaan ontstaan bos, dat niet ouder is dan 22 jaar.

Het idee van een bosboekhouding, of een kadaster voor bos, klinkt misschien voor sommigen eenvoudig en aantrekkelijk, maar is in de praktijk moeilijk werkbaar. De administratieve en financiële last van zo’n systeem staat ook haaks op de vereenvoudiging die we voor ogen hebben. In geen van de ons omringende landen bestaat bovendien een dergelijk sluitend kadaster. Vlaanderen volgt de beboste toestand wel degelijk goed op, onder meer via de bosinventaris, waarmee trends voldoende duidelijk worden voor het beleid.

Ik blijf wel inzetten op ruimtelijke planningsprocessen om een bestemmingswijziging van de belangrijkste van deze bossen mee te nemen in ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP’s). Het Agentschap voor Natuur en Bos hanteert strenge interne beoordelingskaders bij het behandelen van enerzijds de aanvragen tot ontheffing van het verbod op ontbossing en anderzijds de advisering van aanvragen tot omgevingsvergunningen waarvan ontbossing een aspect is. Ik ben ook overtuigd dat de lokale besturen, die meestal de vergunningverlener zijn, zich meer en meer bewust zijn dat bossen, maar ook ander groen en ook waterpartijen, van nature bufferen tegen gevolgen van lokale klimaatverandering en voor een betere en gezondere leefomgeving zorgen.

Ik gaf de administratie de opdracht om de ontwikkeling van een earlywarningsystem voor vernietigde of beschadigde kleine landschapselementen, zoals houtkanten, poelen en hagen, en bos verder te zetten. Door gebruik te maken van satellietbeelden, terreinwaarnemingen en meldingen van burgers kan het systeem snel ingrijpen bij schade of illegale ingrepen. Dit initiatief ondersteunt een efficiëntere handhaving van illegaal vernietigde natuur. Het ontwikkelen hiervan is een samenwerkingsproject tussen het Agentschap voor Natuur en Bos, het Departement Omgeving, de Vlaamse Landmaatschappij (VLM), de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM,) Onroerend Erfgoed, het Agentschap Landbouw en Zeevisserij, het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO), agentschap Digitaal Vlaanderen en de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO).

Wat betreft de boscompensatie, worden de middelen uit het boscompensatiefonds niet ingezet voor bosuitbreiding, wel voor boscompensatie. De middelen wordt door het ANB gebruikt om hiervoor gronden aan te kopen.

Ook particulieren, bedrijven, verenigingen en lokale besturen kunnen aanspraak maken op middelen uit het boscompensatiefonds door een beroep te doen op de jaarlijkse oproepaankoop van gronden met middelen uit het boscompensatiefonds.

Wat de administratie en technische ondersteuning van de lokale besturen door de Bosgroepen betreft, is een projectsubsidie aan de Bosgroepen toegekend voor 2025 die hetzelfde is als in de vorige legislatuur. Het gaat om een equivalent van drie voltijdsequivalenten (vte’s) voor de Bosgroepen. In het kader van de samenwerkingsovereenkomst is er momenteel overleg tussen mijn administratie en de Bosgroepen over mogelijke scenario’s voor een verderzetting ervan. Daarbij wordt bekeken hoe de centrale aansturing en coördinatie van de Bosgroepen een bijkomende bijdrage kan leveren aan het realiseren van de doelstellingen van de overheid, concrete doelen waartoe de Bosgroepen zich engageren en welke middelen daar tegenover staan.

De subsidieoproep voor de aankoop van gronden voor bebossing door lokale besturen is voorbereid en ligt momenteel voor bij de Vlaamse Regering. We willen nog deze legislatuur duidelijkheid bieden. De criteria blijven grotendeels gelijkaardig aan de vorige oproepen, met enkele verduidelijkingen rond duurzaamheid, randvoorwaarden en projectopvolging. Zodra de oproep wordt goedgekeurd, zullen we hierover uiteraard naar de lokale besturen communiceren.

De voorzitter

Mevrouw Peeters heeft het woord.

Lydia Peeters (Open Vld)

Ik zal beginnen met dat laatste, omdat u zei dat het subsidiekader weldra klaar is. We hebben het hier ook al in de commissie over gehad in april. We hebben het vrijdag op de agenda van de Vlaamse Regering zien staan, maar we hebben ook vernomen dat het dan is teruggetrokken of ingetrokken. De vraag is dan eigenlijk ook onmiddellijk: wanneer zal dat dan definitief goedgekeurd worden door de regering, en wat is het probleem? Waarom werd het dossier afgelopen vrijdag teruggetrokken? Dat is mijn eerste vraag.

Ten tweede: in het verleden zagen we dat het verhaal van het subsidiekader vaak wel wat moeilijker was. Ik ga opnieuw een klein beetje focussen op mijn eigen regio. Wij zijn een heel erg bebost gebied. Het moment dat er ergens wordt gekapt, onder andere voor de aanleg van een ecoduct, moet de stad of de gemeente compenseren. Dat is vaak niet evident. Een derde is al bos, het is dan niet evident om bijkomende percelen te vinden om te bebossen. De aankoopsubsidie geldt niet wanneer je gronden wilt aankopen voor compensatie van bossen. Bijkomende percelen vinden om te bebossen maakt het wat dat betreft dus nog een pak moeilijker.

Je zit ook altijd, zoals ik daarstraks al zei, in concurrentie met andere gebieden. We weten dat er ook vaak bossen gekapt worden omwille van heideontwikkeling. Heide op zich is natuurlijk ook goed voor de biodiversiteit, maar het maakt het wel een pak moeilijker om finaal de doelstelling van die 10.000 hectare ook effectief te halen.

Ik moet dan ook verwijzen naar mijn eerdere schriftelijke vraag, minister, waarbij alleen al voor de provincie Limburg gebleken is dat over een periode van tien jaar er 270 hectare aan bos is verdwenen. Er verdwijnt dus meer bos dan er bijkomt, terwijl de Vlaamse Regering toch altijd als doelstelling voor ogen heeft om die 10.000 hectare effectief te behalen. Wat dat betreft denk ik dat we moeten kijken hoe dat beleid een andere wending kan krijgen, en hoe we ervoor kunnen zorgen dat er minder ontbost wordt en er bijkomend bos gecreëerd kan worden. Dit kan door enerzijds de compensatie overal mogelijk te maken, en er ook voor te zorgen dat daar eventueel financiële middelen tegenover staan.

Ik ben wel blij te vernemen dat u de administratie niet opnieuw de opdracht geeft om opnieuw kaarten op te maken. Het stond wel met die woorden omschreven in de verschillende persberichten als een quote van u. Ik ben blij dat het geen kaarten worden. De samenwerking met BOS+ of de Bosalliantie kennen we natuurlijk, en ik denk dat dat een goede zaak is. Zij screenen ook de verschillende gemeentes waar er nog ruimte is. Maar ik herhaal: in gemeentes die vandaag al heel veel bossen hebben, is het moeilijk om daar nog bijkomende screenings te doen om te kijken waar er nog bijkomend bos kan worden gecreëerd. Mijn vraag is of daar nog extra op kan worden ingezet.

De voorzitter

Mevrouw Schauvliege heeft het woord.

Mieke Schauvliege (Groen)

Minister, meten is weten natuurlijk. Ik hoor mevrouw Peeters zeggen dat er meer bos verdwijnt dan erbij komt in haar provincie. Dat klopt natuurlijk, en dat is ook de algemene trend, maar als je het niet nauwkeurig weet, kunt u het ook niet nauwkeurig weerleggen, minister. Ik pleit dus wel voor een duidelijke poging om alles goed bij te houden en te meten. Als we echt meer bos willen in Vlaanderen – en dat is toch wat de Vlaamse Regering zegt te willen, namelijk 10.000 hectare meer – dan moeten we inzetten op twee sporen: op de uitbreiding van bos en op het behoud ervan.

Van bosuitbreiding zie ik echter niets gebeuren. Er is een aankondiging van een subsidie die goedgekeurd zou worden door de Vlaamse Regering. U zegt dat hier in de commissie keer op keer, maar wij zien alleen dat het telkens wordt geagendeerd en dan weer ingetrokken. Dus, minister: wanneer komt die bosuitbreidingsnota voor de lokale besturen er?

Ten tweede: u zegt dat u waardevol bos beschermt via bestemmingswijzigingen. Ik heb daar nog maar weinig strategie in gezien. Mijn vraag is concreet: wat zult u precies doen om waardevol bestaand bos te beschermen? Hebt u daar een plan voor, of gaat u dat snippersgewijs af en toe doen wanneer het u uitkomt? Want als dat het geval is, weten we wat het resultaat zal zijn: dan zal dat ook voor de bijl gaan.

De voorzitter

Mevrouw Van Looy heeft het woord.

Sanne Van Looy (N-VA)

Sta mij toe om toch de vraag te herhalen: welke verschillen zijn er tussen de huidige subsidieoproep die voorligt, en die van de voorbije jaren? Het ligt gewoon in de schuif. Die kunt u gewoon opentrekken en toepassen. Op 20 februari zei u dat de aankoopsubsidie opnieuw zou worden ingesteld, wegens het grote belang dat u hecht aan lokaal gedragen bosinitiatieven en gelet op de grote vraag van de lokale besturen. Oké, een maand later vragen we daar opnieuw naar: op 26 maart zegt u in de plenaire vergadering dat het dossier om die middelen tot bij de lokale besturen te krijgen, bij de Inspectie van Financiën (IF) ligt, zodat er heel binnenkort naar de regering kan worden gegaan om die bosversnelling te realiseren. Op 29 april was het kader voor de projectoproep voor de aankoop beboste gronden voor openbare besturen volgens u eind die week afgewerkt door het Agentschap voor Natuur en Bos en zou het aan het kabinet worden voorgelegd, en dan zo snel mogelijk naar de Vlaamse Regering gaan. Op 20 mei vragen we er opnieuw naar. U zegt dan dat u de intentie heeft om de nieuwe aankoopsubsidie voor lokale besturen op korte termijn te agenderen bij de Vlaamse Regering. Vandaag zijn we 17 juni en krijgen we opnieuw hetzelfde antwoord: het ligt voor.

Sta mij toe te concluderen dat er ergens iets moet worden uitgeklaard. Ik kan me niet voorstellen dat het de bedoeling is om elke maand aan de lokale besturen te zeggen dat het er komt, terwijl het telkens uitblijft. Die besturen zijn volop bezig met de opmaak van de meerjarenplannen en de begroting. Het is belangrijk dat zij weten of en wanneer ze op die middelen kunnen rekenen. U zegt vaak dat vertrouwen in de lokale besturen belangrijk is. Dat onderschrijven we volledig, maar ik heb toch het gevoel dat hier de handrem wordt opgezet.

De voorzitter

De heer Verduyckt heeft het woord.

Kris Verduyckt (Vooruit)

Minister, de Vlaamse Regering heeft zich geëngageerd voor 10.000 hectare extra bos in Vlaanderen, niet alleen op plekken waar veel illegaal wordt gekapt – zoals blijkbaar in onze provincie Limburg –, maar in elke gemeente. Zo staat het in het regeerakkoord. Als minister van Natuur bent u daarvoor verantwoordelijk. Hoe zult u daarvoor zorgen? Door dat budget voor aankoopsubsidies te voorzien, maar ook door ervoor te zorgen dat het beschikbaar is en dat er aanvragen ingediend kunnen worden.

Ik kan alleen maar vaststellen dat het op deze manier niet zal lukken. Enkele maanden geleden heb ik, net als vele collega’s, gewezen op het belang van dat budget en de duidelijkheid daaromtrent. De lokale gemeentebesturen zijn vandaag inderdaad hun financiële meerjarenplanning aan het opmaken. Minister, als er één partner is met wie we deze doelstellingen kunnen halen, dan zijn het die lokale besturen, zeker met de hulp van organisaties zoals de Bosgroep. Als er één entiteit is die weet waar geschikte plaatsen zijn om te bebossen – alle planningsinstrumenten of initiatieven ten spijt –, dan zijn het die lokale besturen. De eerste jaren van de legislatuur van de lokale besturen zijn al half voorbij, en zij wachten nog steeds op duidelijkheid.

Dat is niet de manier waarop we onze doelstellingen gaan realiseren. Meer nog, ik beschouw dit als een vorm van misprijzen voor het goede werk van de lokale besturen inzake bosaanplanting. Ik wil u namens Vooruit dan ook met aandrang vragen werk te maken van wat u beloofd hebt en te doen wat nodig is om in Vlaanderen extra bossen te voorzien.

De voorzitter

Minister Brouns heeft het woord.

Minister Jo Brouns

Dank u wel, collega’s. We zullen er duidelijkheid over brengen. Als er inderdaad een akkoord was binnen de regering, dan was het al gelanceerd. Dat is er duidelijk niet. Ik ben daar ook heel duidelijk in. Het is gekoppeld aan het voorkooprecht, zoals voorzien in het regeerakkoord. Dat moet nog worden uitgewerkt, want het betreft de voorwaarden waaronder de lokale besturen gronden kunnen aankopen om bos te realiseren. Zolang daar geen akkoord over is, kan het inderdaad niet verder. Dat is dus wat dat betreft heel duidelijk, collega's. Ik denk dat dat het belangrijkste is wat de boscompensatie betreft.

Wat betreft de andere vragen: het kan inderdaad ook zo zijn dat je compensatie elders realiseert. Dat hoeft niet in je eigen gemeente te zijn. Je kunt er ook met derden voor samenwerken die grond hebben, om namens u te compenseren. Sinds wij beheerplannen goedkeuren, zorgen wij voor een evenwichtige bosbalans. Indien nodig kunnen we daar een overzicht over geven. Dit is aanvullend bij de vragen van collega Peeters.

De voorzitter

Mevrouw Peeters heeft het woord.

Lydia Peeters (Open Vld)

Dat er geen consensus was tussen de drie partijen, was denk ik duidelijk. Als we zien dat het punt van de agenda werd ingetrokken, dan lijkt mij dat er inderdaad geen consensus was. De verontwaardiging van de collega’s van de N-VA en van Vooruit vind ik dan ook een beetje vreemd.

Minister, u zegt heel duidelijk dat het gekoppeld is aan andere dossiers. Ik hoop alleszins dat dit dossier snel groen licht krijgt. Misschien gebeurt dat op 18 juli, dat lazen we tenminste in de krant. Alleszins lijkt het mij een goede zaak dat die aankoopsubsidie – waar op dit ogenblik de Bosalliantie en de Bosgroepen al reclame voor maken, en waarmee zij de steden willen begeleiden –, eindelijk gelanceerd wordt. We moeten daar zo snel mogelijk groen licht voor geven, zodat er effectief werk kan worden gemaakt van wat de Vlaamse Regering belooft: zorgen voor meer bos.

Tegelijkertijd blijf ik erop hameren dat blijkbaar niet iedereen moet compenseren. De modale burger die een perceel wil bebouwen en overgaat tot ontbossing, moet wel compenseren. Ook steden die projecten realiseren, moeten compenseren. Natuurverenigingen die subsidies krijgen voor natuurbeheer en heideaanleg, en daarvoor bomen kappen, moeten dat niet. Dat blijft toch een wrang gevoel geven. Als we echt meer bossen willen, is het best dat iedereen die bomen kapt, ook compenseert. Gelijkheid voor de wet, voor iedereen.

De voorzitter

Mevrouw Schauvliege heeft het woord.

Mieke Schauvliege (Groen)

Minister, ik denk dat het tijd wordt dat u klare wijn schenkt. U wilt een beleid uittekenen waarin u focust op de lokale besturen. Uit de vorige legislatuur is heel duidelijk gebleken dat bosuitbreiding, als je die uitsluitend bij de lokale besturen legt, er niet komt. Die lokale besturen zijn de traagste bebossers ‘ever’. Nu aarzelt u om zelfs nog maar een subsidiekader uit te werken om hen te stimuleren tot bosuitbreiding. Waarom? Waarschijnlijk omdat er een gevecht aan de gang is over waar die bosuitbreiding mag plaatsvinden. Ik kan mij perfect voorstellen wat het gevecht is: er zal geen millimeter landbouwgrond mogen worden bebost. U zult zich daar voor leggen.

Minister, u moet weten wat u wilt. Als Vlaanderen 10.000 hectare bijkomend bos wil – en wat u ook zegt te willen, wat de Vlaamse Regering zegt te willen –, dan zal dat overal moeten kunnen gebeuren. En dan zult u, in plaats van drempels op te trekken, drempels moeten slopen, zodat die 10.000 hectare bos er effectief kan komen.

De voorzitter

Mevrouw Van Looy heeft het woord.

Sanne Van Looy (N-VA)

Ik ben het niet helemaal eens met mevrouw Schauvliege als zij zegt dat de lokale besturen niet de partner zijn om te bebossen. Ik denk net dat zij de partner bij uitstek zijn om die bebossingsopdracht op te nemen. Tijdens de vorige legislatuur is er ook 267 hectare nieuw bos gerealiseerd dankzij de samenwerking met lokale besturen. We mogen dat niet zomaar wegvagen. Integendeel, we moeten de lokale besturen een pluim geven voor het werk dat ze op het terrein verzetten.

Dat het nu gekoppeld is aan het recht van voorkoop, kan ik ergens nog wel begrijpen. Maar wat ik niet goed begrijp, is dat dit plots als iets nieuws mee op de hoop wordt gegooid. Dan had het dossier minstens op 20 februari mee aan tafel moeten schuiven. Als het dan aan elkaar gekoppeld is, prima, maar ik roep wel op om u te houden aan alles wat in het regeerakkoord staat. De lokale besturen weten het best waar er ruimte is en waar er potentieel ligt voor bebossing. Ik denk dat wij hen daarin moeten faciliteren.

Als het allemaal op de lange baan wordt geschoven, vraag ik mij af of het dan niet mogelijk is om ten minste voor dit jaar een aankoopsubsidie te voorzien. We hebben dan een soort overgangsmaatregel, en we hebben nadien weer wat meer ruimte om over de finaliteit en de modaliteiten te discussiëren.

De voorzitter

De vragen om uitleg zijn afgehandeld.

 

 


  Nieuwsflash
 
Voorzichtig herstel ondernemersvertrouwen, vertrouwen in de economie op een historisch dieptepuntLees meer
 
 
Handhaving van de mestwetgeving Lees meer
 
 
Ontbossing en de opmaak van een boskansenkaart Lees meer
 
 
Afbouw van de varkensstapel Lees meer
 
 
Activiteitenverslag 2024 van het Vlaams LandbouwinvesteringsfondsLees meer
 
 
Mogelijke verschuiving van middelen voor plattelandsontwikkeling naar crisisbetalingenLees meer
 
 
Evaluatie en bijsturing van de brede weersverzekering Lees meer
 
 
Hans Bruyninckx IS opdrachthouder voor stroomgebiedbeheerplannen 2028–2033 Lees meer
 
 
Waarom zijn en blijven de aardappelprijzen laag?Lees meer