Akkerbouw
Algemeen
Dieren
Economie
Markten
Mechanisatie
Milieu
Politiek
Tuinbouw
Veehouderij
Voeding
Inloggen
 
 
 
Klik hier om u te registreren en te abonneren
(72,60 euro per jaar)
 
Wachtwoord vergeten
Volgend artikelVolgend Artikel

 01 feb 2023 17:20 

Over de erkende brede weersverzekeringen voor landbouwers in 2023


Vraag om uitleg over de erkende brede weersverzekeringen voor landbouwers in 2023
van Arnout Coel aan minister Jo Brouns

De voorzitter

De heer Coel heeft het woord.

Arnout Coel (N-VA)

Het Departement Landbouw en Visserij maakte recent de erkende brede weersverzekeringen voor 2023 bekend. Het zijn dezelfde aanbieders ten opzichte van vorig jaar. Zoals we allemaal weten, is het de bedoeling dat met een erkende brede weersverzekering onze Vlaamse land- en tuinbouwers zich bij een private verzekeraar kunnen indekken tegen schade aan gewassen door extreme en ongunstige weersomstandigheden. Het idee is om dat meer via de private verzekeraar te laten plaatsvinden dan via het Rampenfonds.

Om het afsluiten van een brede weersverzekering een extra duwtje in de rug te geven, voorziet de Vlaamse overheid subsidies ter waarde van 65 procent van de kost van de jaarlijkse verzekeringspremie. Vanaf 2023 wordt die premie echter berekend op basis van de grootst verzekerde oppervlakte in de periode 2020-2022 en niet meer op de werkelijke jaarlijkse oppervlakte.

Nog tot en met eind 2024 is de wisselwerking tussen de brede weersverzekering en het Vlaamse Rampenfonds van kracht, waarbij landbouwers een deel van hun bewezen teeltschade vergoed zien indien een stuk van het areaal gedekt is door een brede weersverzekering. Dit systeem wordt stelselmatig uitgefaseerd en vanaf 2025 is men aangewezen op de brede weersverzekering.

Er zijn nog een aantal praktische voorwaarden voor de landbouwers. Momenteel moeten ze de polis jaarlijks afsluiten. De premie moet volledig worden geprefinancierd door de verzekeringsnemer, pas nadien krijgt men de vergoeding van de Vlaamse overheid.

Minister, kunt u een inzicht geven in de evolutie van het aantal verzekerden en de totale verzekerde oppervlakte sinds 2020? Is deze trend eerder stijgend of dalend en aan wat is dit volgens u toe te schrijven?

Kunt u toelichten in welke mate de mensen die nu nog, in 2023, willen instappen in zo’n brede weersverzekering, aanspraak kunnen maken op een premiesubsidie, aangezien die subsidie nu berekend wordt op basis van de grootst verzekerde areaaloppervlakte uit het verleden? Wil dat de facto zeggen dat ze geen aanspraak meer kunnen maken op een premie?

We zitten ongeveer halfweg het traject tussen 2020 en 2025. Het idee was om zoveel mogelijk landbouwers naar de privéweersverzekering te leiden. Moeten we daar nog extra promotie rond maken of zijn we op het goede spoor? Indachtig het feit dat de beschermingsgraad van het Vlaamse Rampenfonds de komende jaren verder afloopt, is het toch in het belang van de landbouwers dat ze de weg naar de brede weersverzekering vinden.

Zowel vanuit de landbouw als vanuit de verzekeringssectoren horen we opmerkingen over de praktische voorwaarden rond die eenjarige polissen. Zou het volgens u mogelijk moeten zijn om ook meerjarige polissen te kunnen afsluiten? We zijn uiteraard al ver in het traject, we zijn ongeveer halfweg, maar kan er nog worden nagedacht over een soort van derde-betalerssysteem, waarbij alleen het saldo moet worden betaald door de landbouwer, in plaats van dat hij achteraf het geld terugkrijgt?

Tot slot, hebt u zelf al signalen ontvangen van de verzekeraars over hoe zij de toekomst van de brede weersverzekering zien, hoe zij het huidige systeem evalueren, en of de sector klaar is om, zodra er geen beroep meer kan worden gedaan op het Rampenfonds, via die brede weersverzekering voldoende dekking te geven? Ik dank u.

De voorzitter

Minister Brouns heeft het woord.

Minister Jo Brouns

Collega, er is in de periode 2020-2022 een daling van het aantal landbouwers die subsidie aanvragen voor de brede weersverzekering en een daling in de overeenkomende gecontracteerde verzekerde oppervlakte.

Er zijn voor deze trend meerdere oorzaken te bedenken, waaronder de kostprijs van de verzekeringen, de financiële situatie van het bedrijf, andere manieren waarop aan risicobeheersing en risicospreiding wordt gedaan, door bijvoorbeeld diversificatie, alternatieve verdienmodellen, enzovoort. Ook de afbouwregeling voor teeltschade in het Rampenfonds zal ongetwijfeld een impact hebben gehad.

In onze regelgeving is inderdaad een bepaling opgenomen die onze landbouwers ertoe moet aanzetten van bij de start van de subsidieregeling een brede weersverzekering af te sluiten met een zo groot mogelijke oppervlakte. Er is daarom voorzien dat vanaf 2023 de subsidie 65 procent bedraagt van de verzekeringspremie, exclusief belastingen, voor maximaal de grootste oppervlakte waarvoor de landbouwer in de periode 2020-2022 de subsidie heeft aangevraagd. Voor de bijkomende verzekerde oppervlakte ontvangt hij maximaal 65 procent subsidie van de verzekeringspremie exclusief belastingen. Er is een uitzondering voorzien voor de startende landbouwers: zij hebben wel garantie op die 65 procent subsidie.  

De subsidieregeling rond de brede weersverzekering wordt meegenomen in de algemene communicatie van het Departement Landbouw en Visserij. Daarnaast is het uiteraard ook aan de verzekeraars om hun erkend product te promoten bij onze landbouwers.

Dan wat betreft uw vragen in verband met de aanpassingen aan de duur van de verzekeringsproducten: die lijken me nuttig om mee te nemen in de evaluatie en de oefening die daarrond nog zal moeten worden gemaakt.

Ik had al contact met de verzekeringswereld over het systeem van de brede weersverzekering. Daar is er ook de vaststelling dat het aantal landbouwers die een dergelijke verzekering afsluiten, daalt. De brede weersverzekering is een product dat op de markt wordt aangeboden door een aantal verzekeraars en zij zullen in eerste instantie zelf ook een evaluatie moeten maken. Ik denk dat we niet de fout mogen maken om te stellen dat iedereen zich moet verzekeren. Sommige boeren slagen er bijvoorbeeld in om hun klant een deel van het risico te laten dragen door op voorhand prijsafspraken te maken. Het is in eerste instantie belangrijk dat elk bedrijf zijn rekening maakt op basis van goede informatie en begeleiding, zodat elke boer de mogelijkheid krijgt om een keuze te maken die past bij zijn of haar bedrijf.

De voorzitter

De heer Coel heeft het woord.

Arnout Coel (N-VA)

Dank u, minister, voor uw toelichting. Ik doe een aantal vaststellingen. Ik ben het, ten eerste, met u eens dat men ook op andere manieren aan risicospreiding kan doen dan zich te wenden tot een verzekeraar. Ik denk dat de landbouwers dat ook doen.

Daarnaast blijft toch de vaststelling dat we bijna jaar na jaar met een calamiteit worden geconfronteerd door de klimaatverandering, door de veranderende weersomstandigheden, door de meer extreme weersvormen die voorkomen. Eerst wordt dan naar de overheid gekeken die de schade snel moet vergoeden. We hadden het idee opgevat om dat weg te halen uit het Vlaams Rampenfonds, om er niet telkens ettelijke miljoenen uit te moeten halen om de schade te vergoeden, en dat meer richting de private verzekeringssector te duwen. Daar was een zinvol systeem voor uitgewerkt. We zijn nu iets over de helft en het lijkt niet echt te hebben gewerkt. U geeft ook zelf aan dat er een dalende tendens is. Er zijn minder landbouwers die er gebruik van maken en ze verzekeren zich voor een kleiner areaal. Het was een goed idee, maar naar mijn aanvoelen lijkt het in de praktijk niet helemaal te hebben gewerkt zoals we voor ogen hadden. Mijn vrees is dan ook een beetje dat we, als de periode van vijf jaar voorbij is, opnieuw in een fase terecht zullen komen dat men toch nog naar de overheid kijkt omdat er zich een onvoldoende aantal mensen privaat hebben verzekerd.

Vanuit de aanbieders van de verzekeringen is er natuurlijk een logische bezorgdheid. Je hebt heel veel participanten nodig die allemaal een beperkte bijdrage leveren om, in geval van schade, te kunnen vergoeden. Maar als er te weinig mensen van het product gebruik maken, kan dat voor de verzekeraar nooit een rendabel model zijn. Ook de frequentie van het voorkomen van schade maakt het een uitdaging van de kant van de verzekeraar om dit te laten werken. We moeten daar nog eens grondig naar kijken. Ik zie de voorzitter, die ook al veel rond dit thema heeft gewerkt, instemmend knikken.

Ik zal deze vraag ook voorleggen aan minister-president Jambon, die bevoegd is voor het Vlaams Rampenfonds. Ik denk dat ze volgende week in de commissie wordt behandeld. We moeten, als Vlaamse overheid, dat systeem onder de loep houden en bekijken hoe we dat kunnen versterken ten bate van zowel de landbouwers die zich tegen risico willen indekken, als de aanbieders die dat op een economisch rendabele manier moeten kunnen aanbieden.

De voorzitter

Inderdaad, collega Coel, we hebben al in het verleden afgesproken om een gedachtewisseling rond deze thematiek te doen. Het is goed dat u die vraag nu stelt. Ik heb, in de rand van Agriflanders, een aantal mensen uit die verzekeringswereld gezien. Ze zijn nog niet helemaal klaar met hun evaluatie. Ook vanuit de administratie heeft men gezegd dat men een signaal zou geven wanneer het opportuun is. We kunnen in de regeling van de werkzaamheden afspreken om een aantal mensen uit die sector uit te nodigen. Het is een zeer pertinente vraag die u hier hebt gesteld.

Mevrouw Talpe heeft het woord.

Emmily Talpe (Open Vld)

Ik wil ook even aansluiten omdat wij inderdaad die bekommernissen die door collega Coel en de voorzitter werden aangehaald absoluut onderschrijven.

Inderdaad, we gaan de minister-president uiteraard moeten aanspreken, omdat dit ook onder zijn bevoegdheid valt.

De Hagelunie – want dat zal waarschijnlijk de aanleiding zijn voor de vraag – kondigde aan te stoppen met de verzekering of toch geen nieuwe klanten meer aan te nemen, omdat het niet meer rendabel is. Dat is een bezorgdheid die we moeten meenemen, want die verzekering is wel heel belangrijk, zeker nu het aantal calamiteiten toch wel toeneemt, zoals collega Coel ook aanhaalt. Er is ook wat evolutie, we zien bijvoorbeeld dat de zonnebrandschade niet opgenomen is in die verzekering. Dat is iets wat we ook moeten durven evalueren.

We hebben concrete voorstellen gekregen vanuit de verzekeringssector, onder andere om dat subsidiepercentage op te trekken van 65 naar 70 procent en ook langere contracten tot drie jaar af te sluiten. Dat zijn misschien zaken waar we toch wel even over moeten nadenken.

Ik weet dat er in 2025 een evaluatie staat gepland, maar misschien is het een optie om dat vooruit te schuiven. Of wachten we tot na de hoorzitting en kunnen we daar dan onze conclusies uit trekken en eventueel kijken of we iets met de zonnebrandschade kunnen doen? Ik denk dat dat wel pertinente vragen zijn, waarin we misschien met die hoorzitting ook wel goede inzichten kunnen krijgen.

De voorzitter

Minister Brouns heeft het woord.

Minister Jo Brouns

Ik kan daar heel kort over zijn: ik denk dat het heel goed geschetst is waar we staan, wat de uitdagingen zijn, dat het goed is dat het vanuit deze commissie goed wordt opgevolgd en dat we inderdaad het juiste moment kiezen voor de evaluatie en dan daar verder uit leren voor de toekomst.

De voorzitter

De vraag om uitleg is afgehandeld.

 


  Nieuwsflash
 
Overstroming van 5 - 22 november 2023 erkend als ramp: indienen vanaf 19/4/2024Lees meer
 
 
De Under-Cover overkapping ook in land- en tuinbouwLees meer
 
 
Koningin Mathilde stelt onrechtvaardige cacaoprijzen aan de kaak Lees meer
 
 
Doelgerichtere veredeling naar inuline-rijkere cichorei door CRISPR/Cas Lees meer
 
 
Packaging: find a workable agreement for the fruit and vegetables sector Lees meer
 
 
Ontwerpprogramma 2023-2027 van het Federaal Reductieplan voor GewasbeschermingsmiddelenLees meer
 
 
Afschaffen constructie ‘samengestelde landbouwer’: overgangsregeling Lees meer
 
 
Preventieve maatregelen tegen uitbraak bacterievuur bij fruit- en bomenkweekLees meer
 
 
Milieuaansprakelijkheid mbt het voorkomen en herstellen van milieuschade Lees meer
 
 
Versoepelingen boetesysteem Mestdecreet Lees meer
 
 
Stikstofdecreet en de omgevingsvergunningen Lees meer
 
 
Gefractioneerde bemesting in aardappelen Lees meer
 
 
‘Na 10 jaar eindelijk doorbraak voor toelating kunstmestvervangersLees meer
 
 
Steeds minder antibiotica verstrekt via gemedicineerde voeders Lees meer
 
 
Groen licht voor proefstalregeling en meer rechtszekerheid voor ammoniak reducerende techniekenLees meer
 
 
Tweede prognose van de landbouweconomische rekeningen van 2023 Lees meer
 
 
PFAS in het Vlaamse drinkwater Lees meer
 
 
Landbouwconjunctuur licht verbeterd ondanks natte weersomstandigheden Lees meer
 
 
Uiterste indieningsdatum en belangrijke data voor de verzamelaanvraag 2024 Lees meer
 
 
Brede weersverzekering 2024: aanvragen voor 30/4Lees meer
 
 
Infosessies stikstofdecreet Vlaamse overheid Lees meer