De voorzitter
Mevrouw Hermans heeft het woord.
An Hermans (N-VA)
Op maandag 30 juni 2025 kondigde de Europese Commissie aan dat de EU en Oekraïne een principeakkoord bereikt hebben over de herziening van het vrijhandelsakkoord. Met name voor de import van landbouwproducten uit Oekraïne in de EU is dit van belang aangezien we het afgelopen jaar recordcijfers zagen in de import uit onder andere de pluimveesector, vanwege de zogenaamde autonome maatregelen die sinds de Russische invasie in 2022 in voege zijn.
Het nieuwe akkoord bepaalt onder meer dat de quota voor Oekraïense tarwe, maïs, suiker, honing, gevogelte en eieren hoger zullen liggen dan in het oorspronkelijke akkoord uit 2016, maar zal tegelijkertijd wel een halt toeroepen aan de recordcijfers van de import uit 2024. Andere, minder gevoelige importproducten zoals gegiste melk of druivensap, zouden echter vrijer verhandeld kunnen worden. Daarnaast krijgen ook Europese producenten van pluimvee, varkensvlees en suiker een makkelijkere toegang tot de Oekraïense markt.
Dit alles is echter ook onderhevig aan de inspanningen die Oekraïne moet leveren om zich te conformeren aan de Europese normen wat betreft dierenwelzijn en het gebruik van pesticiden. Tot slot werd ook bepaald dat zowel de EU en haar individuele lidstaten als Oekraïne vrijwaringsmaatregelen kunnen inroepen indien de markt verstoord zou worden door overmatige import. De Europese lidstaten moeten dit akkoord echter wel nog hun fiat geven.
Vandaar dat ik enkele vragen voor u had.
Wat is uw visie op dit nieuwe principeakkoord tussen Oekraïne en de EU?
Hoe wordt het Vlaamse standpunt in het principeakkoord vertolkt?
De lidstaten moeten het akkoord nog formeel goedkeuren op voorstel van de Europese Commissie. Zijn er elementen die nog aangevuld moeten worden volgens u? Zijn er zaken die er nog aan zouden ontbreken?
Hoe kijkt u naar de bepaling dat Oekraïne werk zal moeten maken van haar beleid omtrent dierenwelzijn om dit in lijn te brengen met onze Europese normen?
Welke impact ziet u voor de Vlaamse landbouwers voor zowel de import uit, als de export naar Oekraïne? Hoe kunnen we ons hier in Vlaanderen het best op voorbereiden?
De voorzitter
Mevrouw Peeters heeft het woord.
Lydia Peeters (Open Vld)
Dank u om al een en ander te duiden, mevrouw Hermans. Het klopt inderdaad dat de EU op zoek ging naar een nieuw akkoord, en dat men recentelijk een principeakkoord bereikt heeft met Oekraïne over een herziening van het bestaande vrijhandelsakkoord.
Dit akkoord voorziet in nieuwe invoerquota voor een reeks gevoelige landbouwproducten zoals suiker, gevogelte, maïs, tarwe en eieren. Tegelijk wordt voor minder gevoelige producten zoals gegiste melk of druivensap de invoer uit Oekraïne volledig geliberaliseerd.
De herziening komt er nadat de Europese Commissie onder druk kwam te staan van verschillende landbouworganisaties en lidstaten. Sinds 2022 konden Oekraïense landbouwproducten immers zonder tarieven of quota naar Europa geëxporteerd worden. Dit leidde tot sterke prijsdalingen in verschillende landen en tot onvrede bij onze Europese boeren. In ons land waren er vooral klachten vanuit de pluimveesector, waar producenten spreken van een ongelijk speelveld, aangezien de productieomstandigheden in Oekraïne niet beantwoorden aan de Europese normen inzake dierenwelzijn, voedselveiligheid en milieubescherming.
De Europese Commissie stelt nu dat de nieuwe quota lager liggen dan de invoerpieken van de afgelopen jaren, en dat er vrijwaringsmaatregelen in het akkoord worden opgenomen die gebruikt kunnen worden bij marktverstoring, en desgevallend zelfs op lidstaatniveau. Verder koppelt het akkoord markttoegang voor Oekraïne aan de voorwaarde dat het land de productievoorwaarden tegen 2028 afstemt op de Europese standaarden.
Vandaar dat ik volgende vragen voor u heb, minister.
Welke inschatting maakt u van de impact van dit herziene handelsakkoord op de Vlaamse landbouwsector, in het bijzonder op de pluimvee- en eierensector?
Welke houding zult u innemen ten aanzien van het goedkeuren of verwerpen van het principeakkoord, dat nog door de lidstaten moet worden bevestigd?
Op welke manier zult u toekijken op een correcte toepassing van de vrijwaringsmaatregelen, en hoe kan er worden opgetreden wanneer de markt op regionaal niveau verstoord raakt?
Op welke manier wordt opgevolgd of Oekraïne de afspraken rond de afstemming van de productienormen tegen 2028 effectief zal naleven, en hoe wordt gewaarborgd dat Vlaamse landbouwers in tussentijd niet disproportioneel worden benadeeld?
De voorzitter
Minister Brouns heeft het woord.
Minister Jo Brouns
Het is goed dat er duidelijkheid komt over de toekomstige handelsrelatie tussen de Europa en Oekraïne. Vlaanderen steunt het bredere geopolitieke engagement van de Europese Unie om Oekraïne te helpen in haar economische integratie en wederopbouw. Tegelijk blijft het voor mij essentieel dat die steun hand in hand gaat met de bescherming van onze strategisch kwetsbare landbouwsectoren. Een akkoord mag onze eigen producten niet uit de markt prijzen.
Hoewel nog niet alle details van het principeakkoord bekend zijn, valt op dat de voorgestelde verhoging van tariefvrije quota voor onder meer pluimveevlees, eieren en suiker bijzonder aanzienlijk zijn. Dat roept toch een aantal vragen op.
Voor producten die we als gevoelig beschouwen, zoals pluimvee, eieren en suiker, mag een verhoging van de quota niet leiden tot een structureel concurrentienadeel voor de landbouwers hier. Zeker niet zolang er geen gelijkwaardige standaarden gelden op het vlak van dierenwelzijn, voedselveiligheid, traceerbaarheid en milieunormen. Ook als Oekraïne engagementen opneemt voor 2028, verandert dat niets aan het feit dat we de komende jaren met een structureel ongelijk speelveld geconfronteerd dreigen te worden.
Daarom kijk ik kritisch naar het huidige ontwerp van akkoord. Vlaanderen heeft in eerdere adviezen aan de federale overheid en de Europese Commissie expliciet aangedrongen op een behoud van de oorspronkelijke quota van het akkoord van 2016, en op een bindende link met de naleving van onze Europese standaarden.
Vanuit Vlaanderen hebben we in het Belgische standpunt sterk aangedrongen op het beperken van tariefvrije quota voor gevoelige producten en een stapsgewijze aanpak ervan, gelinkt aan het naleven van de Europese standaarden en het opnemen van duidelijke vrijwaringsmechanismen bij marktverstoringen.
Als ik het huidige ontwerp van akkoord leg naast deze Vlaamse aandachtspunten, stel ik helaas vast dat onze bezorgdheden slechts gedeeltelijk zijn meegenomen. Het is essentieel dat Vlaanderen bij de verdere uitwerking van het akkoord blijvend betrokken wordt, onder meer bij de invulling van de monitoring en evaluatie van de marktimpact.
De mogelijke impact op bepaalde Vlaamse sectoren – met name pluimvee, eieren en suiker – is aanzienlijk. Zelfs al zouden importvolumes in de praktijk lager liggen dan de maximumquota, is het prijsdrukkend effect reëel. Zeker in sectoren waar marges flinterdun zijn, kan dit leiden tot een grote druk op onze familiale bedrijven.
Dat Oekraïne op termijn zijn wetgeving wil afstemmen op de Europese normen is uiteraard positief, maar tot 2028 geldt dus een ongelijke situatie waarbij producenten in Oekraïne aan lagere kosten en minder strikte normen kunnen produceren. Het risico op marktverstoringen is dus reëel.
Daarom moet Vlaanderen blijvend investeren in marktmonitoring, en in overleg met de federale collega’s waken over de belangen van onze landbouwers.
Het is positief dat er in het akkoord ruimte is voor het activeren van vrijwaringsmaatregelen, maar alles staat of valt met de concrete invulling en de toepasbaarheid ervan. Ik verwacht van de Europese Commissie dat zij voorziet in duidelijke procedures, snelle interventiemogelijkheden en transparantie bij de beoordeling van marktverstoring. Vlaanderen zal intussen via de marktrapportering, onder meer in samenwerking met het Departement Landbouw en Visserij (DLV), zorgen voor een correcte inschatting van de impact op het terrein. Indien nodig, zullen wij er mee op aandringen dat België gebruikmaakt van het vrijwaringsinstrument.
De opname van een bindend engagement van Oekraïne om de Europese normen over te nemen is belangrijk, zeker met het oog op een eventuele EU-toetreding. Toch is er reden tot waakzaamheid. Oekraïne zou volgens eerdere akkoorden al verder moeten staan in de aanpassing van zijn regelgeving. Een nieuw uitstel tot 2028 roept dan ook vragen op, zeker voor onze pluimveesector, waar de verschillen op het vlak van dierenwelzijn erg groot blijven.
Ik verwacht dan ook dat de Europese Commissie een strikte en gefaseerde monitoring voorziet van de omzetting van Europese wetgeving in Oekraïne, geen verder uitstel zal toestaan en bijkomende ondersteuning biedt aan sectoren die disproportioneel worden benadeeld.
Zolang de gelijkheid in standaarden enkel op papier, maar nog niet in de praktijk gerealiseerd is, moet behoedzaam worden omgegaan met quota-uitbreidingen.
Solidariteit met Oekraïne blijft zonder twijfel essentieel. Maar solidariteit mag niet ten koste gaan van onze landbouwers, die vandaag al onder zeer zware druk staan. Daarom zal ik, samen met mijn federale collega’s en andere lidstaten, blijven waken over de evenwichten in dit akkoord, en erop toezien dat de principes van eerlijke concurrentie, duurzaamheid en marktstabiliteit verder worden gegarandeerd.
De voorzitter
Mevrouw Hermans heeft het woord.
An Hermans (N-VA)
Dank u wel voor uw antwoorden, minister. U licht het heel duidelijk toe. Voor mij is het ook duidelijk dat er stappen gezet worden die enerzijds onze steun aan Oekraïne bevestigen, maar anderzijds geeft u ook duidelijk gehoor aan de verzuchtingen van onze eigen producenten.
U geeft ook aan dat er een samenwerking zal zijn binnen Landbouw en Visserij, maar kunt u ook een timing geven van dat opvolgingstraject? Want dat is me niet zo duidelijk.
De voorzitter
Mevrouw Peeters heeft het woord.
Lydia Peeters (Open Vld)
Dank u wel voor uw antwoord, minister.
Vanuit liberaal oogpunt zijn wij sowieso de internationale handel genegen, maar daar moeten natuurlijk een eerlijk speelveld en eerlijke handelsvoorwaarden aan gekoppeld zijn.
U zegt zelf dat de marktverstoring reëel is tot 2028, vooral voor onze pluimveesector en de eierenproductie. We weten allemaal nog hoe men in het verleden in Oekraïne megakippenstallen ging bouwen met afgedankt materiaal vanuit Europa. Dat was in het verleden een bittere pil om te slikken. Dat risico blijft nog altijd bestaan tot 2028.
U zegt wel dat het allemaal problematisch is, maar wat zult u effectief doen? Zult u effectief met de vuist op tafel slaan en zeggen dat dit niet langer kan? Dat dit oneerlijke concurrentie is voor onze pluimveesector? Of zult u dit tot 2028 op z’n beloop laten?
We weten dat de strikte voorwaarden rond dierenwelzijn in het verleden niet gerespecteerd werden door Oekraïne. Nu krijgen ze opnieuw een aantal vrij hoge quota opgelegd. Het blijft op dit ogenblik een groot gevaar en een oneerlijke situatie voor onze pluimveesector.
Minister, mijn vraag aan u is: zult u effectief met de vuist op tafel slaan en zorgen dat er daar toch een betere situatie komt voor onze pluimveesector?
De voorzitter
De heer Dochy heeft het woord.
Bart Dochy (cd&v)
Minister, er is hier misschien toch sprake van een soort lakmoesproef. De verdere discussie over het Mercosur-verhaal staat voor de deur. Daar zit men met dezelfde problematiek en met een problematisch afsprakenkader, bij wijze van spreken.
Als men het niet zou kunnen afdwingen ten aanzien van Oekraïne, dan zal de geloofwaardigheid voor alles wat gezegd wordt in het kader van Mercosur ook moeilijk verkoopbaar zijn. Het is niet evident, maar het is misschien een testcase om te tonen de Europese Unie bij machte is om dat gelijk speelveld in zekere zin te benaderen door die voorwaarden op te leggen.
De voorzitter
De heer Brouns heeft het woord.
Minister Jo Brouns
Collega’s, er is inderdaad een proces lopende waarbij onze bezorgheden binnen de Belgische context ook op het Europese niveau besproken zullen worden. Ik heb, zoals ik in mijn eerste antwoord heel duidelijk zei, onze positie hierin aangegeven. De solidariteit met Oekraïne staat buiten kijf, maar we bewaken de handelsrelatie. Het gelijke speelveld daarin spreekt wat mij betreft ook voor zich. Dat evenwicht ligt daarbij in balans. De komende tijd gaan we daarop verder.
Ik heb begrepen dat Europa zeker voor het einde van dit jaar zou willen landen in dezen. Het gaat over recente informatie, collega Peeters, maar het regeerakkoord is in dezen heel helder: handel is goed en nodig voor een regio als Vlaanderen, die heel sterk leeft van export, maar het moet eerlijk zijn. De gelijke standaarden zijn voor ons belangrijk.
Dat is op dit ogenblik iets wat niet klopt als het gaat over pluimvee en suiker. Wij zullen dat blijven benadrukken vanuit onze positie binnen de Belgische context, evenals hoger op het Europese niveau.
De voorzitter
Mevrouw Peeters heeft het woord.
Lydia Peeters (Open Vld)
Collega Dochy, de link die u maakt met Mercosur is terecht. We moeten blijven hameren op eerlijke concurrentie. Wat dat betreft, minister, zou ik toch pleiten voor op z’n minst overgangsmaatregelen voor onze Vlaamse landbouwers, om hen te beschermen tegen de oneerlijke concurrentie die nu al een tijdje gaande is.
De voorzitter
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.